The Virus (English version)
For ‘Awakening’ the short story and prequel of ‘The Virus’ go down this page.
22 September 2020 together with Alain Dierckx I published my first SF Cyberthriller ‘Het Virus’ (Dutch version) in Belgium and The Netherlands.
Now it is time for the English version ….
This book is a compelling thriller about a catastrophic computer virus.
Utrecht, The Netherlands. 13 February 2034. A self-driving car is hacked and its safety features deactivated, causing a deadly accident. NATO, supervising global internet security, realises the whole world is in danger when soon afterwards two more attacks occur. Europol inspector Lara Hartman and communications specialist Frank Willems are at the forefront of a desperate manhunt for the criminals behind these acts of cyber terrorism. Everything seems to be pointing to a dangerous computer virus. But time is running out, and they must find an antivirus that can prevent evil from striking again…
The cyberthriller for everybody, more than fiction …
‘The Virus’ will be published by Lannoo.
The English version is coming soon!
Het Virus (Dutch version)
Voor ‘Gijzelingwekkend’ het kortverhaal en prequel van ‘Het virus’ ga naar beneden deze pagina.
‘The Virus’ is co-authored by Alain Dierckx, a good friend.
Alain Dierckx lives in rural Eppegem, a sub-municipality of Zemst. After a career of many years as a manager in various organizations, he has decided to devote himself to his passion for writing.
On the one hand, he participates as a consultant in various companies in digitalization projects, where he takes care of all internal and external communication.
On the other hand, as an independent copywriter, he offers a helping hand to small and starting entrepreneurs. With a monthly workshop, among other things, he teaches them how to write professional texts for their website.
However, he gets the most pleasure from writing stories. This has resulted in four books so far, three police novels and a thriller.
Website: www.alaindierckx.com
‘Het Virus’ waar te koop? (Dutch)
Bekijk een inkijkexemplaar via deze link.
U kan een gesigneerd exemplaar (in paperback versie) bij mij (Eddy Willems) rechtstreeks aankopen door mij een mailtje te sturen.
Gelieve daarin aan te geven dat u het boek wil kopen tesamen met jouw naam en adres gegevens.
U krijgt van mij dan een mailtje terug met instructies om 22 euro (inclusief verzendingskosten in BE/NL) naar mijn rekening over te schrijven.
Van zodra de overschrijving ontvangen is, zend ik u het signeerde exemplaar toe.
‘Het Virus’ is ook te koop in e-book versie en in sommige winkels ook nog in paperback versie:
Boekhandels Vlaanderen Overzicht
Staat jouw boekhandel er niet tussen, stuur ons een mailtje via ons contactformulier en we voegen je toe!
‘Het Virus’ recensies (Dutch)
Wat lezers, critici en de pers schrijven over ‘Het Virus’ …
Chicklit – (8 April 2021) – Toprecensie – De schrijfstijl van Willems & Dierckx is erg aangenaam en gemakkelijk leesbaar. Ze zijn goed op elkaar ingespeeld en hebben duidelijk kennis van zaken. Ze proberen de lezer voldoende uitleg en achtergrond te geven om de technische informatie toch goed te snappen. Grappig detail dat Eddy Willems zichzelf terug laat komen in het boek en dat ook zijn zoon Frank, vrouw Nadine en zijn twee vrienden echt bestaan. In het boek vormt Eddy Willems met zijn twee vrienden Righard Zwienenberg en Luis Corrons samen The Three Amigos. Het markante trio is een leuke aanvulling op het verhaal. Het maakt het geheel net iets kleurrijker en zorgt voor een verbinding met het heden. Samengevat is Het virus een zeer aangenaam boek voor liefhebbers van thrillers en misdaadboeken. Een vervolg op Het virus en een samenwerking tussen Willems & Dierckx zou zeer welkom zijn.
Coole Suggesties – (23 maart 2021) – Dit boek laat op een bijzondere manier zien hoe de toekomst er over 15 jaar kan uitzien. Het is technisch, zonder al te veel technische termen (in ieder geval geen die niet worden uitgelegd) en een sluimerend gevoel van onbehagen. Je hebt hier geen echte cliffhangers, plottwists of vette actie. In Het Virus draait het vooral om het volgen van het criminele spoor. Het is toegankelijk geschreven, voor veel mensen een eye-opener en een fijne spanningsboog. Een echte pageturner is het overigens niet: het verhaal kabbelt vrolijk voort.
CyberSecurity Magazine – (24 december 2020) – Toprecensie – eerste Engelstalige recensie door een Duitse journalist – While the story sounds like your usual James-Bond-movie, it has it twists and turns, which ensure that you will never be bored by the story, even though some storyline leaps do exist. The main characters are also realistically depicted, something which probably can be related to the influence of Alain Diercx, who has authored fictional stories before. The expertise of Eddy Willems, on the other hand, shines in those scenes where computer technology and specifically anti-virus topics come up during the book. His experience and knowledge on cybersecurity definitely shows and adds a certain learning effect to the book. To summarize, if you would like to read an entertaining, yet realistic story which will give you some insights into the cybersecurity world, “Het Virus” is for you.
Perfecte Buren – (17 december 2020) – Toprecensie – Onze favorieten 2020 … Severine – Mijn nummer één: Het virus van Willems & Dierckx. Het beste boek van 2020 is er voor mij eentje van eigen Vlaamse bodem. Een zinderende thriller die je wijst op de – vaak onderschatte – gevaren van internet. Het verhaal voelde erg geloofwaardig aan, en gaf een realistisch beeld over de nabije toekomst. Iets wat toch altijd afwachten is voordien. Wederom een gezamenlijk debuut dat zich direct als een topper heeft ontpopt! Voor mij is ‘Het virus’ absoluut een topboek.
In de boekenkast – (16 december 2020) – Toprecensie – Wat knap is, is dat de auteurs (met hun achtergrond als communicatieadviseur en securityspecialist) niet verzanden in onbegrijpelijke technologische termen, maar het verhaal juist heel helder en begrijpelijk hebben weten te houden. Als lezer word je meegenomen in de enerverende wereld van cybercriminelen, virussen en de technologie van de toekomst, zonder dat het veel moeite kost om dit alles te kunnen volgen. Het virus van Eddy Willems en Alain Dierckx is een boeiende thriller over een vorm van criminaliteit, die ook in onze wereld een steeds grotere rol zal gaan spelen. Dit boek krijgt 4 sterren van mij.
Perfecte Buren – (1 december 2020) – Toprecensie – Eddy Willems en Alain Dierckx hebben een hele aangename en beeldende schrijfstijl. Je merkt ook totaal niet dat het boek door twee personen is geschreven. En al helemaal niet dat dit hun gezamenlijk debuut is. Het verhaal leest heel erg vlot en de korte hoofdstukken helpen hier ook zeker bij. Interessant is ook dat bepaalde zaken uit de verhaallijn van het personage Eddy gebaseerd is op waargebeurde feiten. Dat is absoluut een pluspunt en maakt het verhaal nadien nog net wat specialer. Voor mij is ‘Het virus’ absoluut een topboek. Ik ben grote fan van dit cybercrime genre, dat fascineert mij enorm. Wanneer je dit dan combineert met een geniaal plot en sympathieke personages, krijg je een boek zoals dit. Ik heb er enorm van genoten en hoewel de identiteit van de daders voor mij niet echt een verrassing was, klopte het gehele plaatje achteraf wel volledig voor mij. En alles voelde erg geloofwaardig aan. Iets wat toch altijd een heikel punt is bij verhalen die zich in de (nabije) toekomst afspelen. Een leuk extraatje is dat je nadien nog een kort verhaal online kunt lezen, over iets wat in het boek wordt aangehaald. Dat heb ik dan ook gedaan, en vond ik heel leuk. Zo kon ik nog wat langer nagenieten. Willems & Dierickx zijn cum laude geslaagd met hun gezamenlijk debuut. Daarom geef ik ‘Het virus’ het maximum van vijf schitterende sterren!
IT Daily België – (20 november 2020) – Cybersecurity als roman: hoe ‘Het Virus’ tot leven kwam. Interesse in het onderwerp is enige vereiste om het boek te lezen. Volgens Willems moet het boek de awareness rond security verhogen. Achteraan het boek zitten twee aparte pagina’s waarin hij uitlegt waar security op neer komt. Het is belangrijk om te begrijpen dat menselijke fouten haast altijd aan de basis zitten. Dat is ook de basis van Het Virus.
Computable België – (12 november 2020) – Cyberthriller van opmerkelijk schrijversduo. ‘Het boek heeft in elk geval wél de verdienste om een best complexe kwestie als malware en virussen voor een breed publiek inzichtelijk te maken, én op een toegankelijke en onderhoudende manier te wijzen op de gevaren ervan. Gevaren die zeker niet uit de lucht zijn gegrepen. Kortom, ‘Het virus’ is interessant voor it-profielen, voor de technologische component van het verhaal, en ook security-leken zullen er iets van hun gading in vinden.’
RingTV België – (11 november 2020) – Spoel verder via de link naar 13:25 en bekijk de clipping over ‘Het Virus’ in de boekenrubriek van Ring TV: ‘Schrijversduo van de streek komt met zeer toegankelijk geschreven SF cyberthriller!’
Computerworld Nederland – (21 september 2020) – ‘Als je van je werk je hobby maakt: security evangelist schrijft technothriller.’ – Voorbeeld van de persaankondiging die opgepikt werd door verscheidene online websites in België en Nederland.
DataNews België – (21 september 2020) – ‘Belgische security evangelist komt met cyberthriller over moorddadig computervirus!’ – Voorbeeld van de persaankondiging die opgepikt werd door verscheidene online websites in België en Nederland.
Staat jouw recensie er niet tussen, stuur ons een mailtje via ons contactformulier en we voegen jouw recensie toe!
Awakening – a short story : The prequel of ‘The Virus’ (English)
For the Dutch version go down this page
Voor de Nederlandstalige versie ga naar beneden deze pagina.
The intention of this story is to outline my vision of what the digital world might look like in the year 2033 and what cyberdangers that year might bring. What might really happen in the near future? Will we have learned from our mistakes?
Disclaimer 1: Although several people mentioned in this short story really exist, the story is completely fictitious. My thanks to Mikko Hyppönen, Righard Zwienenberg, Luis Corrons, and of course my wife Nadine Van Grunderbeeck and my son Frank Willems for letting me use their names. All the events described here, and statements and actions attributed to those real people are purely the products of my imagination. I really enjoyed writing this story, but to avoid any misunderstandings let me assure you that I don’t know anyone called Lien Sander, Meredith Weston, Helen Dench, Anthony Dice or, of course, Larry Lane. Any resemblance to real people with any of those names is purely coincidental.
Disclaimer 2: This short story was written by myself and published in the book ‘Cybergevaar’ published by Lannoo (2013). ‘Cybergevaar’ was translated and revised in German (Cybergefahr – 2015) and English (Cyberdanger – 2019) and published by Springer. ‘Het Virus’ contains several references to this story. Ultimately, ‘The Virus’ is a sequel to this short story. Please note: this story was an experiment at the time and does not correspond to the current writing style of ‘The Virus’.
Disclaimer 3: Nothing from this story may be copied or reproduced without the permission of the author and the publishers Lannoo and Springer.
1 A possible customer
Lien Sanders has no idea what’s going on anymore. Just now she is in the conference room at the offices of her client Bio Dynamics, when she suddenly feels a sharp stinging in the eyes, caused by the smart contact lenses she is wearing. Her eyes are -dry and the contact lenses rub like sandpaper against the cornea. She has no choice but to take out the lenses and give her eyes a break.
Frank Willems, Managing Director of the Frank Talking Communications Agency, sees his colleague’s discomfort and laughs: “You must have another ocular virus,” he suggests. Lien does not find it funny. She often calls her boss “Mac Malware,” since he immediately suspects malware to be the problem when things go wrong. Apparently, he has acquired this habit from his father, now retired but formerly a well-known virus expert. Fortunately, you can also talk to Frank about other topics. And that’s just as well, because he is now responsible for more than 100 communications companies. Tomorrow, the agency will even be acting for NATO for the first time.
NATO: who would have thought it?!? Obviously, the organization believes that the time has come for a change after several “communications breakdowns and stumbling blocks”, as the Secretary-General puts it. This is a verbose but carefully neutral way of expressing concern about the power wielded by the new superpowers, the Philippines and Zimbabwe, in trying to make their public image more palatable.
However, Lien is not at all amused: She spent a great deal of money on these lenses only recently. It will be annoying, to say the least, if she has to take them back to the dealer. After all, the new Lenovo lenses are unusually practical, in theory: They offer so-called “enhanced reality” with lots of relevant information, readily available and readable beyond the limits of her field of vision. That is an area in which Apple still has much to learn. An inflammation of the eyes would be fatal, she would hate to have to wear conspicuous smart glasses like Frank’s.
Lien puts the lenses on the small table next to her. The table in the conference room, which is also used as a virtual conference table, is a no-go area, because all smartphones, tablets and other devices used by participants in the conference have been placed there. That’s no place for her new lenses. So far, she has only saved private files onto these lenses, such as the photos from last night’s wild party. These photos are definitely not for the eyes of Frank and the other male participants.
“Ah, that’s much better,” Lien says enthusiastically, glad to be relieved of the irritation caused by the lenses. “Good to know,” replies Frank. “We have to get down to some serious work now. We still don’t know enough about the customer, what he expects from us or how he wants to position himself in terms of communication. We need to understand all that before we can develop an action plan.” He has good reasons for not yet sharing with her some of his other thoughts. He suspects that this customer, Bio Dynamics, is especially interested in Frank Talking, because it has heard that the agency is to take over all NATO’s communications with the outside world. Bio Dynamics has a broad portfolio that they hope one day to be able to sell to NATO. Every contact that brings Bio Dynamics a little closer to the Big Cheeses in Brussels is therefore considered worth its weight in bitcoin. Frank is sure that Lien is expecting great things from her career with Frank Talking – after all, she is a decidedly intelligent woman with an incredible talent for communicating positive and negative messages. Besides, he wants to see whether she, too, understands why Bio Dynamics is so interested in them. Lien does not seem to suspect anything: she applies her eye drops again, and puts her lenses back in.
Before the crew from Bio Dynamics enters the conference room, she discreetly checks out her photo album from the evening before.
“Well, what a waste of time that was!” Lien remarks after the meeting. “They must have known how complex the services you offer are, and would have done better looking for someone with experience in their own sector. I wonder why they came to us? They didn’t even give us enough time to present ourselves properly and explain how we work. That felt to me like an exercise in deploying a hidden agenda. And what’s that about, inviting us and all our colleagues and customers to their company party? But they’ve completely miscalculated: I wouldn’t dream of taking anyone from NATO along. Who do they think they are? That wouldn’t be an option even if that old crooner Justin Timberlake is giving a private concert. I’ll just take our marketing assistant.”
Frank gives her a satisfied look. Yes, he knows his colleague well – he wasn’t wrong about her intelligence and intuition.
2 The meeting
The next day, at NATO, Frank and Lien find themselves at the center of an unaccustomed burst of activity, and they don’t understand why. It all starts with the incredibly strict security controls they have to undergo on entering the building. First, they have to go through a metal detector in the lobby, and then their briefcases are thoroughly searched. In addition, all of their electronic devices are turned on and checked painstakingly for malware. This is an annoying procedure that seems to take forever as Frank carries about 20 devices that are capable of connecting to the Internet. Lien only has 15, but each one has to be examined individually.
Finally, it’s done, and at last they can focus properly on their communications strategy, carefully formulated in accordance with the wishes of the highest-ranking representatives of NATO. Everyone participating in the meeting is clear that the number one priority is to make the most of all the positive news to have come out of NATO in the last few years. The media must be flattered and coaxed into forgetting all the communication problems of the past.
Frank and Lien are convinced that this is the strategy that will succeed. In the end, it is all about communicating plenty of positive messages. For example, there is the message that, for the first time in NATO history, a woman has been appointed Secretary-General. Frank still finds it amusing that she is addressed as a “general secretary”, but, fortunately, only remarks on it today when he is alone with Lien, who looks daggers at him. As the next step, it needs to be pointed out that NATO has, the recent past, done its utmost to make the world safer. That could only be achieved through stricter controls, but as we now know all too well, that’s the price of security.
There is a short break, during which everyone checks their video mails. Frank and Lien make the most of the opportunity to admire the conference room in all its glory. On the wall facing the the floor-to-ceiling windows are a variety of screens that broadcast live what is happening in the most important places in the world. These include places of strategic and military importance, such as the White House and the Kremlin, but also tourist destinations like Times Square in New York and the Champs Élysées in Paris. The screens are strung together like pearls on a string, and the wall resembles an oversized poster that clearly conveys the message at the heart of NATO: “Everything is under control.” Frank Talking also wants to put this slogan to use by communicating the pleasing aspects of current world events in accordance with this motto. There are no more bomb attacks, no cases of cyberespionage, only a few regrettable incidents in remote regions.
Up to then, recalls Frank, there has been a great deal of resistance to overcome. Innumerable nations and companies had, initially, strenuously resisted the attempts by NATO, the G12 and the European Community to establish a presence in cyberspace, to improve their monitoring of Internet traffic and, if necessary, have the ability to take immediate remedial action.
In the end, NATO got its supervisory mandate and has been controlling the internet for about five years now. Since then, there have been few significant cases of cybercrime – a major turning point in digital history. Of course, this meant making some significant adjustments. Russia and China were also given a seat in NATO as well as most Asian and African countries. And, of course, that initially led to heated discussions between the world’s various archenemies. But after a few years, all ideological obstacles were finally taken off the table and at last the digital control offensive was given the green light.
“The message is clear,” says Meredith Weston, NATO’s communications strategist. “NATO has everything under control. Control is a good thing. The world is now a peaceful place, and we owe that to NATO.”
“For a dove of peace, she packages her message quite aggressively”, thinks Frank, but keeps that thought to himself. Then he sits down with Lien and Meredith at the conference table and they start developing various concepts. They let the peaceful pictures that flicker across the screens in the background inspire them as they start the brainstorming. It is no easy matter to sell the idea to the rest of the world that NATO’s control of Internet traffic and even road traffic is a major contribution to world peace. (For example, NATO can control traffic lights and other dynamic traffic management systems in and around its headquarters, if a terrorist threat makes it necessary.) But if there is an agency that is up to this task, then Frank is convinced that Frank Talking is the one.
3 The dinner
Over an excellent restaurant dinner, Frank shares his thoughts with Lien. She agrees that things went much better in the afternoon than at the disappointing Bio Dynamics meeting the day before. Yet they are not entirely clear as to which media should convey their message. “Facebook is something for seniors,” Meredith had said. “But a hologram in the room with a message about security would probably be too much of a good thing, “Lien countered.”We could advertise a competition, where you can submit a song about NATO,” Frank interrupted with a grin, and began to softly sing “N-A-T-O” to the the tune of the Village People’s ‘YMCA’. The two women looked puzzled – they were too young to know that hoary old hit.
Now Frank and Lien review the day’s discussions once more and seize upon the idea of the song contest again. “We could get the finalists from all the countries to play together and organize the biggest jam session of all time”, says Frank, expanding on his idea. Lien prefers the idea of “crowdwriting”, in which every citizen of the world is called upon to write a chapter of the greatest story ever written. “If all the citizens of this safe new world are not only online, but also emotionally connected with each other, anything and everything is possible. And that’s exactly what we want to do with the campaign,” Lien sums up. Frank is excited by Lien’s concept and they decide to put their heads together to put it into action.
Pleased with this decision, they devote their attention to dessert and talking about the impression the NATO building has made on them. “I am astonished by the sophisticated technical potential of this complex,” says Lien admiringly.
“I can see that, but after all, it houses one of the most important and powerful organizations in the world. And businessmen, especially those who appreciate good food, have now understood and responded accordingly,” says Frank, as he takes of the restaurant’s furnishings and facilities, and takes a look at the delicious food that real waiters are carrying past their table. There is no digital menu here, and the diner’s order is not forwarded digitally to the kitchen, as with most other restaurants, but a flesh and blood person takes care of the customer’s wellbeing. For the first time, he realizes the value of this personal contact. Anyway, today was more than successful, Frank notes with satisfaction. After a delectable non-alcoholic cocktail for Lien and a ten-year-old whiskey for Frank, they decide to bring the evening to a close and go to their hotel rooms. Frank thought it would be a good idea to stay over in Brussels and start the next day at seven with a brainstorming breakfast. “So much has changed in the past few years, but one thing hasn’t. It’s mostly the Americans who like to swap ideas around a sociable meal,” laughs Frank, and says goodnight to Lien. In his room he decides that he would like to be woken up with impressions of nature: an alpine landscape with the the lapping of a stream and the sound of a few cowbells… This will be a good start to the day.
Minutes later, he is already sound asleep. But it is neither the tinkle of cowbells nor the splashing of a stream that wakes him, but the shrill beep of his smartwatch. Still half-asleep, he looks at his watch and immediately recognizes the caller. “Dammit, Lien, it’s half past four in the morning, “he croaks, holding the watch to his ear. “I hope you have a good reason for disturbing me in the middle of the night!” And indeed she does. At first, he barely understands what she’s saying because she’s sobbing so bitterly, but gradually her words start to make sense. “Frank, I think I’ve brought the whole of NATO to a standstill.”
4 What happened?
“So tell me, what happened?” asks Frank impatiently in the car that takes them to NATO headquarters. “With the best will in the world, I didn’t really understand what you were trying to tell me through all the crying. I’ve never known you to be so emotional.” “Well, let me explain,” replies Lien, who seems to have regained her customary composure. Like yesterday, she is wearing the sort of highly professional outfit favoured by successful businesswomen, except that she has replaced her smart lenses with Google spectacles. For the first time, it occurs to Frank that Lien has blue-gray eyes, and not greeny-brown, as he has always thought. Apparently, her lenses not only store information, but also distort it. He surprises even himself by being distracted at such a moment by such a trivial issue. Then he pulls himself together and eagerly listens to her extraordinary story.
“I was fast asleep, and then someone started banging on my door. My first thought was that there was a fire, so I leapt out of bed and opened the door. I’d hardly got it open before two strong-arm types in tailored suits stormed into my room, followed by two other suits, lighter guys who were probably in their fifties. They pushed me into a chair and demanded that I hand over my lenses immediately. But before I did that I wanted to know who they were, and why they’d got me out of bed in the middle of the night. When I put my glasses on, I immediately recognized the smaller of the two older men: It was Anthony Dice, Head of NATO Security, and then I realized how serious the situation was. After I gave him my lenses, Mr. Dice explained the reason for his “unannounced visit”. Shortly after 22.00, NATO’s computer systems began to go crazy. The traffic lights around the building started switching from red to green in five-second cycles. Heads of state all round the world got an ecard from the Secretary General with a highly suggestive message and “Greetings from the Brussels district of Evere”. That was by no means all, but I’ll save the details for later. NATO immediately called in all the available analysts and computer experts to work out what was going on. It was clear that some sort of malware was responsible, but knowing that wasn’t enough to reverse its effects. That’s why they were under pressure to find the culprit immediately. And after a few hours, they had the answer: my lenses…”
“That’s impossible!” Frank interjects. “First of all, there’s no way you would do something like that. And anyway, what about the security check? I’ve never experienced as thorough a scan as the one we went through yesterday, physically or digitally.
“But that’s how it is,” sighs Lien, “and besides that, they were convinced that I’d deliberately smuggled the virus in. I was interrogated for three hours solid. They wanted to know to the very last detail what I’ve been doing in recent years. Why did I take a holiday in Iran and was it really a private trip? “Because it’s a beautiful country,” I said, and it really was the most beautiful vacation of my life. Then they wanted to know about everyone I’d ever worked with, when I worked for the Russian aircraft manufacturers MIG Citizen Corporate. And did I know that MIG used to produce fighter aircraft? Uh, hello? Of course I know that: I was actually assigned to communicate their radical change of course to the outside world. Obviously, I succeeded in that, because tonight was the first time in ages that anyone has ever mentioned MIG’s past history and activities. It looks as if they have been watching me for a while and knew almost everything about me. Fortunately, they seem to have missed my Chinese boyfriend from university, otherwise I would probably have had to face another half hour of questioning. Thankfully, I’ve never mentioned him on social media and Chinese social networking is a law unto itself.”
“Did they also ask about Bio Dynamics?”
“Yes,” replies Lien, “they wanted to know which members of staff I visited in the past few days and who I’d talked to on the phone. Why do you ask?”
“Just wondering,” replies Frank, trying to sound casual, but he knows for sure that something isn’t right. All at once he feels uneasy, but he isn’t sure why.
5 The interrogation
When Frank and Lien arrive at NATO headquarters, they are checked even more thoroughly than they were last time. Not surprisingly – after all, Lien is officially considered the prime suspect, and Frank, as her business partner, is also under suspicion. “I have a shrewd suspicion that we will not be talking today about our new campaign, “he whispers to Lien.
She does not reply, but guiltily lowers her eyes. Frank didn’t mean his comment reproachfully, because he is convinced that this is something that could have happened to anyone, and he is still hoping that this whole problem can be fixed today.
As soon as the security is completed, over, they are taken to a room far away from the one they used the day before. Here, there are no video screens or attractive pictures of farflung corners of the earth. Three of the walls are painted white, and there is a mirror stretching the entire length of the other wall: no doubt a one-way mirror. It occurs to Lien that she’s in for more endless hours of interrogation, perhaps with an unhealthy dose of the ‘Good Cop, Bad Cop’ routine. But it turns out better than expected. Along with Meredith and Anthony Dice, there is just the one guard in the corner. Frank sees this as a good sign: perhaps they already know that Lien didn’t deliberately infect the NATO systems.
“As you can imagine, we want to resolve the matter as quickly as possible, without letting any cats out of the bag, let alone out of this building, “says Anthony Dice calmly. “You, Ms Sanders, have brought this virus in here, which is why you are our best chance of finding out who is responsible for this chaos. And, yes, chaos is exactly the right word,” he adds with a sour expression. “Our systems are completely out of control. So far, the effects have been fairly innocuous, and the culprit has chosen to restrict his actions to pranks, but that might change at any time. Since last night, the air conditioning has already been increased twice to the maximum permissible value of 28 degrees Celsius, and once turned back to the permitted minimum, fourteen degrees. Ten times more sandwiches than usual were ordered today. The video stream to the White House is running Die Hard 3 and the volume is turned right up on all the ‘Yippee Ki Yays’.
Frank, Lien and Meredith can hardly suppress a grin: whoever the culprit may be, he has a sense of humor!
Just for a moment, Anthony Dice turns his face away from them. (Maybe to hide his anger? Or because even he has to hide a smile?) And then he continues: “Our systems do what they want, and do not respond to any of our commands. We can’t just stand by helplessly and watch the offenders manipulate the system. Yes, the offenders – this can hardly be the work of an individual. And quite honestly, I have more than enough of this. So, Ms Sanders, you will tell us immediately where your lenses might have been infected.” And with those final words, Dice looms menacingly over Lien, probably to demonstrate to her how serious he is.
But Lien has by now recovered her composure and counters: “I would certainly have told you long ago if I knew from where I got this virus. And please do not talk as if I’m responsible for all this. I’m not as careless with my lenses as you suggest, especially when they’re brand-new and very expensive.” Lien actually wants to say more, but then she breaks off abruptly, suddenly remembering something. “Come to think of it, I did take out my lenses for a moment the day before yesterday at Bio Dynamics, because the air suddenly became incredibly dry. And right after it got really humid, almost like it is here. Could it be that …?”
Anthony Dice does not let her finish her sentence. “Inform the police immediately”, he snaps at the guard in the corner of the room, “they should move in on Bio Dynamics right away. Tell them they need as many officers as possible. “Then he asks Frank and Lien for the company’s address. Frank checks the GPS on his watch and calls: “2 Solar Panel Street, in Diegem. A skyscraper. Twelfth floor.” He notices how quick and staccato his own speech is. It seems that he, like Anthony, is caught up with the excitement of the chase.
6 BIO Dynamics
Soon after, five police wagons, each with two officers and two robots on board, are heading for Diegem. All the NATO staff, along with representatives of Belgian State Security, as well as some foreign experts who have been flown in to work together to find a solution, are assembled in the large cinema hall so that they can track the police raid live. Everyone is terribly excited, chewing their nails, rubbing their hands nervously and fidgeting backwards and forwards on the cinema chairs. They watch every move on the big screen with rapt attention, caught up in the mad rush across Brussels: the men, women and robots swarming around and into the Bio Dynamics building; the sprint up the stairs (wisely, they didn’t take the elevator, since the enemy is obviously technically skilled). They watch intently as the officers pound on the close office door, demanding that the occupants open up. Breathlessly, they wait for the laser apparatus burn a huge hole in the door and see the officers climb through it. But then they see the stunned expressions of those same officers as they realize that they’re standing in a completely empty office.
Suddenly the live broadcast picture changes: instead of the empty office in Diegem, they see a man in close-up, and Frank recognizes the goatee beard and turtleneck sweater of the CEO of Bio Dynamics, Larry Lane. It’s a look that dates back to the last century, but the technology he is using is bang up to date, and his grin is menacing.
“How nice that you could arrange to meet there in one room,” he says. “That’s a great help, because now I only need to explain myself once, and I can be sure that you all get the message. You all have the dubious pleasure of being the victim of the greatest ransomware attack of all time. Your systems have all been disabled by my people. If you want to get access to them again you will need to pay me the biggest ransom in history, but you’ve probably already realized that. I want to make it clear that I am neither a religious fanatic nor a nationalist extremist. The only thing that interests me is money. Lot of money. What is your organization worth?”
He strokes his beard theatrically, while pretending to think about the price. “How much money does the richest person in the world have? 750 billion dollars? How about if we just round it up? One trillion is a nice, round figure. Just think about it: I’ll contact you again in one hour.
7 Hacking NATO’s impregnable network
Everyone stares blankly at the movie screen, now empty. Was that real? Or have they somehow been just hallucinating? How did this happen? The team leaders are pulled into a videoconference with key heads of state and their security experts, in order to discuss the situation. Two questions are inevitably raised. First, how did Larry Lane manage to crack NATO’s seemingly impregnable system? And secondly – and far more importantly – what do they do now? Do they have to meet the demands of this terrorist? Or should they get down to looking for a solution? But a solution to what problem, exactly?
The IT team that will analyze the infection has taken Lien and Frank to a different Room. For the umpteenth time, they are asked all the same questions. Why did they visit Bio Dynamics? Who did they meet there? What was discussed? Did Lien feel somehow differently when she put the lenses back on? Frank shakes his head in disbelief at the last question: you don’t physically feel a digital virus as you would feel the first symptoms of flu slowly spreading in the body. But his father always says, “You cannot imagine how many myths about malware are still around today.” Suddenly Frank has an overwhelming urge to call his father and tell him about the predicament he and Lien are in.
Meanwhile, the IT team has come to a further decision. Almost an hour has passed since Lane’s video message, so the Chief of Staff decides to ask for a postponement of the deadline. He will say that in such a short time it was not possible to contact all the stakeholders and decision-makers. Given that extra time, he hopes that they will be able to find a solution to the problem.
Exactly an hour after his previous appearance, Lane is back onscreen in the movie theatre. “So? Have you been able to reach a decision? Are you going to make me both the richest and the happiest man in the world? Or do you intend to bring the rest of the world to ruin?”
Helen Dench, Secretary General of NATO, has just arrived at NATO headquarters after a short flight in her HeliCar, a brand-new “amphibious vehicle” that can also be driven like a normal car, and is also capable of short flights like a helicopter: indeed, she only left it a few minutes ago on the roof of the headquarters building. So now she takes the floor.
She asks Lane urgently for another 24 hours, in order to reach a consensus and get the ransom together.
Lane seems to have anticipated this request, because he grins broadly and sneers, “That’s nonsense and you know it. You just want to spend time searching for a cheaper solution for your little problem. What you’re asking for is an insult to my intelligence. But I’ve no wish to be unpleasant about this: I’m miles ahead of you technologically, so I don’t have anything to lose by granting your request. But let’s be clear about this: I have the whip hand here, and I set the conditions. But as a matter of good faith, I’ll even tell you a secret for free: there are now thousands and thousands of infected computer systems under my control. For every malicious program you remove, ten more viruses will instantly swarm and infect the next system in the chain. What’s more, you cannot get access to your own systems, whatever you try to do,” chuckles Lane mischievously. But all at once his tone of voice turns serious: “Okay, you get your 24 hours respite. But his is my first and last warning to you, not to lie to me again.”
Suddenly the screen splits. In the lefthand frame is Lane’s sneering face, and on the right, they see the road that connects NATO with the center of Brussels and what used to be Belgium’s national aiport. Since the price war between various airlines in 2025 resulted in many flights moving to other airports, Ostend and Charleroi share this role. Nowadays, Brussels Airport is reserved for the use of military transport and private flights by the President and other key figures such as NATO leaders. There is usually relatively little traffic on this street. Lane continues: “As you may have noticed, I’m now the one who controls the traffic lights around the NATO access roads. Presumably you can still remember the day it was decided that NATO would take control of road vehicles?” Some Chiefs of staff glance meaningfully at each other. Yes, that had been seen as a breakthrough. But all of a sudden, the screen shows one of the driverless vehicles accelerating and running at full speed into the car in front. Every face in the room is with distorted with shock at the sight: this is the first accident involving a driverless car in five years!
“What none of you considered, obviously, is that driverless vehicles constantly interact with smart traffic lights. Not with the intention of controlling the car, but just to exchange information. While the car advertises its location, the traffic light tracks its current position. The only reason traffic lights are not allowed to control the car’s actual movement is that so many countries had moral and ethical concerns. But morality is not my problem.” As if to underline his words, another vehicle leaves the queue in front of the traffic light, turns the wrong way, and after turning several somersaults finishes up in the middle of the street.
“One more thing: did you realize that I’ve also taken control of the air traffic control center next door to you at Eurocontrol?” asks Lane, and his mocking undertone causes everyone in the room to break into a sweat. “That’s right, that’s the great thing about the world today. Humans, animals, inanimate objects: they’re all interconnected. We used to say that all roads lead to Rome, but now we should really be saying that all roads lead to each other. Except that when it comes to the road to fortune, following the money only leads to me!” He gives one last diabolical grin (which he undoubtedly copied from some action movie), then the picture turns black. The faces of everyone present reflect the same panic and despair.
Fortunately, Helen Dench is still present, and immediately takes the floor again. “There’s no question that the situation is serious, but our IT and security departments are working hard to find a solution so that we can regain access to our systems.” At that precise moment Frank’s smartwatch beeps, and he hurries out of the hall.
8 Calling Dad!
“Hello, son, what’s all this I’m hearing?”
Frank is overjoyed. It’s years since he’s been so happy to hear his father’s voice.
“Dad! Have you heard what’s going on here?”
“Yeah, sure, you evidently don’t know where I am right now – I’m in Barcelona at the Virus Bulletin conference. There’s going to be a sort of end-of-career party to celebrate my retirement. But the only thing anyone here wants to talk about is what’s going on right now in Brussels. ”
“I’ve never come across anything quite like this,” sighs Frank.
“What exactly happened? There are three different versions of the story circulating at the conference.”
Frank tells him the whole story and when he is done, his father says, almost admiringly, “Oh yes, ransomware!”
“Excuse me?!? Could you temper your enthusiasm in the face of this crisis? This could be a worldwide catastrophe – or do you see it differently?”
“Oh, I am well aware of the danger. After all, son, you’ll remember me telling you time and time again in the past how dangerous cloud services and global networking are. You’ll have to excuse me if I can’t quite resist an ‘I-told-you-so’. But it’s incredible that I am now celebrating the end of my career – well, after the end of my career, but that’s another story – fighting a potentially catastrophic case of ransomware. That’s how my career in security started, remember?”
Frank still remembers all too well: after all, he has heard the story of the “AIDS floppy disk” more than twenty times, till it is literally burned into his memory.
“But let’s get to the point, my boy: can we help you at all? After all, just about every antivirus expert in the world is here with me in Barcelona. Everyone who is anyone in security is right here!
It takes Frank a moment to realize all the implications of what his father has just said. He is right in the middle of what is probably the biggest cyberattack of all time, and at the same time his father is sitting with the cream of malware researchers and fighters against cybercrime in Barcelona. If the situation were not so dangerous, one might say, “Too good to be true!”
“Hang on a minute, Dad, and I’ll call you back right away.”
“Okay, Frank, but don’t take to long. In an hour I’m going with some friends to eat at the El Bulli tavern. I’ve been looking forward to it for weeks!”
Frank hurries over to Anthony Dice and consults briefly with him and several other Chiefs of Staff, and then picks up his phone again. “Dad, you’re not going to El Bulli! Grab the best guys you know and get to the airport. There’ll be a NATO jet there waiting for you.”
9 The team of security experts
“Won’t your father be unhappy at having to miss out on El Bulli?” asks Lien anxiously. “He must have made those arrangements ages ago.”
“No chance!” laughs Frank, “He would hate it if he missed out on fighting the biggest cyberattack of all time. That will appeal to him much more than all the tapas El Bulli can put on the table. And as it happens, it sounds as if the food on the plane will be quite tasty, too. Not that they’ll have much time to eat: they’ll be landing at Brussels airport in about half an hour.”
About an hour later, Eddy Willems comes into the NATO building with Mikko Hyppönen, still a ridiculously busy security expert and an experienced keynote speaker who has lectured at innumerable security conferences. Also in the group are Righard Zwienenberg and Luis Corrons – both good friends of Eddy’s and renowned IT professionals who have worked in the industry for several decades. Anthony Dice is not sure whether to breathe a sigh of relief or sigh with anxiety. Sure, these men have years of experience, but do they also keep up-to-date with the latest malware techniques and trends? The fact that they have all come straight from the Virus Bulletin conference does reassure him a little. It’s probably because of his job that he’s basically cautious rather than optimistic.
10 The attack analyzed
As Lien already feared, she now has to tell her story for the fifth time. The only good thing is that this time she doesn’t forget anything. With the other interrogations, she always found that there were a few significant details that she only remembered afterwards, but now every last detail is readily retrieved from her conscious memory.
Eddy and his colleagues are actually impressed by how perfectly planned Larry Lane’s attack is. Immoral though it was, the way in which he engaged with Frank Talking and misused the agency in order to achieve his own ends was skilfully executed. Phase one, the preparation of the infection, was almost perfect. And then there’s the way in which he then penetrated the system and used an ingenious combination of backdoors and vulnerabilities that they cannot help but admire. “I have to say, Lane has done his job with extraordinary efficiency. I have never seen an APT like this, “says Righard Zwienenberg. “Yes, he really seems to have thought of everything. I think it’s more A than P”, agrees Eddy Willems. Frank and Lien look at each other quizzically, because they have no idea what the experts are talking about. Anthony Dice interprets their expressions correctly and starts to explain, seeing a good opportunity to prove his own expertise. “APT stands for Advanced Persistent Threat, meaning a sophisticated and ongoing threat. Your father is saying that this attack was launched using the most advanced technologies. After such thorough preparation, it was dead easy for Lane to penetrate the system. Is that right, Eddy?”
“I couldn’t have put it better myself,” Eddy replies. “And it’s gratifying to know that NATO still employs people who are familiar with the basics of classic malware technology. Today the jargon used is targetware as a way of covering every possible targeted attack, but sometimes it’s useful to apply a more specific term in order to understand exactly what’s going on.”
“What I still don’t understand,” says Anthony Dice, getting back to the point, “Is how this malware could be smuggled past all the malware protection programs that we used when Mr Willems and Ms Sanders were admitted to NATO headquarters?”
“I suspect that the actual malware had yet to be activated,” replies Mikko Hyppönen. “I’m convinced that either a timer or the scan on entry to the building launched the malware. Since there was a gap of just a few hours between your leaving for dinner and the discovery of the malware, I’d guess the latter.”
“That wouldn’t surprise me with malware as tricky as this,” Eddy tells him, “But the most important question is: how do we turn it off?”
The four participants in the Virus Bulletin conference are now working together with NATO’s security experts on this problem. Fortunately, the whole room is kept isolated from the main systems, and so is secured against eavesdropping. “Lucky that I insisted on that precaution,” thinks Anthony Dice.
They brainstorm furiously, running through all sorts of potential risks and problems (which takes quite a long time, because they must take into account all the systems to which NATO has access) and also review what NATO’S security experts have tried to do so far in order to turn off the ransomware. That takes quite a while, since a long list of countermeasures have been tried, even though none of them have worked. Finally, they think about what measures they can still attempt.
“Have you tried all the available virus sniffers?” asks Mikko Hyppönen. By this he means small programs that are routed through the network in order to track down malware. Some of these are not only good at tracking, but are also capable of analyzing malware, and sometimes they already contain enough information to solve a malware management problem. “In this case, it would be very nice if they could relieve us of the need to analyse the malware directly: we can do the rest ourselves.”
“But we can’t get into our own network, so how can we send out sniffers?” asks Dice.
“Maybe we can also find this same malware in another network and can try it out there. If it works, we can do it again with the critical systems.”
“Good idea!” everyone responds, and one of the security experts is sent to another team so that this idea can be put into effect.
An hour later, Anthony Dice receives a call. He picks up, listens and takes a deep breath. “Our expert has tried everything, but he just isn’t getting anywhere near the malware. Although, he has found some satellite malware programs, which seem to be used to monitor activity, but they’re really too well protected against analysis. What should we do now?”
“We could also try to get into the network system of a driverless car,” Luis Corrons interjects forcefully. “Since the traffic lights send commands to the cars, it’s possible that it would work the other way round.”
“That sounds like a good idea: I’ll get someone on it right away. Perhaps we should try it with a Chinese car? They are definitely well equipped and always carry the most technically sophisticated and up-to-date equipment. And since China and NATO are such good friends, they certainly won’t object,” says Dice, desperately trying to be witty.
Only fifteen minutes later, the phone rings again and his face turns even more thunderous than the last time. “Dammit, he managed to get the sniffer into the traffic control system, but when our man tried to get deeper into the system from there, and before he knew what was happening, the car was propelled 50 yards further on into a concrete wall.”
“Oh, heck… our own weapons are being turned against us,” sighs Anthony Dice. “It could take days to write our own malware and insert it into the system. And we don’t have that much time.”
“Besides, we do not want to fix this by developing malware,” chime in all four of the Virus Bulletin Musketeers as one, ” that just wouldn’t be ethical!”
“What else can we do, then?” Dice asks desperately. Everyone stares as if spellbound at the electronic whiteboard, on which all the options, risks, and technical specifications for the malware have been listed.
Eddy rubs his chin and almost casually asks, “Have you ever thought of trying to turn the systems off and on again? That’s one of the biggest problems at the present time: All systems, large or small, from the mainframe to the smart lens, run 24 hours a day, 365 days a year. Everyone wants it that way. And of course, cybercriminals also assume that’s how everything works. And maybe that’s exactly the point at which we can hook in our own processes.”
“I don’t understand,” says Anthony hesitantly and a little bit anxiously. “Just in case you forgot, Lane is in control of our systems, not us. Which means that we can’t perform a remote shutdown.”
“Sure, but have you ever tried just turning the system off by hand? We just pull every plug we can find, and then we reboot the system. Maybe that’s enough in itself for us to regain control.”
“Is that even possible?” one of the security experts wants to know. “Can we access all our internal and external server systems at all? I guess all the doors to the server rooms were closed by our systems when the malware was triggered.”
“No, that might actually work,” says Anthony Dice enthusiastically. “When the doors to the server rooms were closed, there were a few guys from the IT team still in there, trying to recover the systems via the administration consoles. Presumably they’re still trapped in there.
“A stroke of luck for those lads,” Luis laughs. “Now they have the opportunity to be the heroes who save the day, if everything works out!”
11 Disabling the malware
The only question to answer now is how they get into to the server suite to tell the IT team. Then someone suggests that they write the message with a good old-fashioned felt-tip on a whiteboard and hold it up to the window. The technicians look pretty puzzled at first. In all the years they’ve worked there they have never pulled a plug out or turned off a device by hand. On the contrary: turning off a server (unless there’s a legitimate need to disconnect it) is punished with a hefty fine. The culprit is expected to invite the whole IT team to dinner in the most expensive five-star restaurant in Brussels! But then it dawns on them that this is their last chance! They agree that they must switch off all devices as fast as they can, so that Lane and his team don’t notice what’s happening.
Nerves stretched to breaking point, the entire NATO team, plus the four Virus Bulletin veterans, watch as the server team – fortunately, all very athletic guys in their twenties – sprint along the line of servers, turning off every device. Everyone is anxious, and only now does Frank realize that Lien has been squeezing his hand painfully hard. It all takes just 20 seconds. “And that,” says Lien, sighing with relief, “is how to get into the Guinness Book of Records for 2034, if only because they’ve just invented synchronized server powerdown.”
And it immediately becomes obvious that at least one success has been achieved: the server suite doors open and out comes the IT team, cheering. Without a moment’s hesitation the lads start hugging all the onlookers. But now there is an even trickier task to undertake: the first system has to be rebooted and brought under control before the malware can be reactivated.
A tense silence falls as the security and IT experts watch the system administrator, who must start the system from external boot media, so that the malware cannot be triggered again. After a few minutes he gives them the thumbs-up, earning rapturous applause. Now the system has been recovered, the ransomware is disabled!
12 Larry Lane
Amid all the hubbub and cheering, Frank hears the ringing of his smartwatch. And now he sees that five missed calls have been flagged on the display, all from the same number. He suddenly realizes who is trying to contact him. His number is probably the only one that Larry Lane knows that he is able to dial directly. Now that NATO has control of its own telephone systems again, it’s easy to block his calls. When he accepts the call, he hears the unmistakable, angry voice of Larry Lane. “Give me the Secretary General!”
“If I’m not mistaken, you’re no longer in any position to make demands,” grins Frank. “Why not try asking nicely? Anyway, I’ll gladly pass you on, and I’ll enjoy hearing how you get on.”
Helen Dench immediately turns the watch onto speaker so that everyone can listen to the conversation. “Mr. Lane,” she says mockingly, “instead of billions of dollars perhaps you’ll accept our offer of food and lodging for at least 25 years?” “The game is not over yet,” threatens Lane. “I’ll find another way into your systems, and then you will know what a catastrophe really is!” His last few words have hardly been uttered when everyone hears a deafening noise at the other end of the line. They hear shots and a loud crash as a door falls to the floor. Excitement mounts as they hear Lane and his men being overpowered by the Security Service. The newest generation of tracking robots has found them in no time, and then it is child’s play to reel them in without bloodshed. “In cyberspace, Larry Lane was a genius, but in real life he’s a complete loser,”murmurs Anthony Dice.
13 Prevention
After the cheering dies down, it’s back to work for the whole group. Eddy and his Friends discuss with the NATO experts how such malware attacks can be prevented in the future. “Do not forget the off switch,” Eddy says again, his whole face one big grin. Frank and Lien sit down at the conference table again with Communications Strategist Meredith Weston and discuss how best to set about limiting the damage the incident has done to NATO’s public image. Perhaps they can tailor the message to focus on how successfully everyone involved cooperated in order to solve the problem? After all, experts in communications are not only capable of repairing reputational damage, but of spinning the story so successfully that those involved are actually better-regarded than they were before. In this case, though, they face a tremendous challenge, which is why Secretary General Helen Dench is also taking part in this meeting. “This is about more than just communication, this is about the whole strategy of NATO for the coming years, “she says, explaining why she is there.
A drinks reception is being organized for that evening, with everyone present at NATO Headquarters invited – including Eddy and his friends – as a way of thanking everyone who helped to reach a satisfactory conclusion to this unfortunate incident. And so this unforgettable day is coming to a happy end, but Frank is still in the mood to celebrate. He and Lien ask the four security experts whether they would like to join them for a slap-up evening meal in a nearby restaurant. “Obviously we’d love you to join us: after all, you’ve probably saved not only the whole world, but also my contract with NATO!”
“With pleasure,” replies Eddy. “But before that, I would like to satisfy my curiosity about something. Down in the basement they keep the server backups, and I’d like to take a look at all the system data and log files. Maybe then I’ll understand how the malware actually worked. After all, fighting malware is not just about how to react when a virus strikes and repairing the damage: it’s also about preventing similar incidents in the future. What do they say? ‘An ounce of prevention is worth a pound of cure?'”
“Isn’t that typical of my dad,” laughs Frank. “Even now when he’s drawing his pension, he just can’t resist a security puzzle. Everyone else wants to party, and what does he want to do instead? Analyze viruses. OK, but make it quick, and in the meantime, we’ll book a table.”
“We’ll come down with you,” say Luis and Righard in unison. They too want to get to the bottom of this malware, but unlike Eddy, they hadn’t dared to ask the NATO bosses if they could investigate further. On the other hand, they were basically the ones who have saved NATO and the rest of the world.
14 Where in the world is Eddy Willems!?!
“Here we are again!” Luis and Righard are back after only half an hour or so. “For the moment, we just skimmed the data, because investigating the whole thing is probably going to keep us busy for a while. The NATO experts promised to let us have all the relevant information for my talk at the Virus Bulletin conference in Barcelona tomorrow night. That’s going to blow everyone’s socks off, “says Righard and rubs his hands in sheer anticipation. “And what about my father? What’s he still doing down there?” asks Frank.
“What?!?! He was right behind us when we left the basement.” Only now do Luis and Righard notice that Eddy hasn’t followed them into the conference room. “Hang on a minute, “says Luis. “I’ll go back and get him or he’ll be spending the whole night down there.” Less than five minutes later he’s back. “There’s no sign of Eddy, and the guards didn’t see him either. They told me that Eddy was not behind us when the door that connects the basement with the offices was locked.”
“That’s odd,” says Anthony Dice. “I hate it when people go missing round here.”
“He can’t have disappeared: it’s just that we’ve managed to lose sight of him,” Meredith Weston exclaims, grinning. “I’ll just ask in the ballroom if anyone has seen him there.”
“Good idea”, say Frank and Lien, and go in with her.
A short time later, they learn that no one has seen Eddy since he went down to the basement. Anthony Dice checks the surveillance recordings. He finds nothing – no sign of Eddy anywhere in the building. When they try to ring him, they get an answerphone message. Frank says, slightly worried, “All I get from his smartphone is an ‘I can’t answer the phone right now’ message.”
“I really hate it, when someone goes missing round here,” Dice says a second time, and this time Meredith does not contradict him.
“Maybe it was all too much for him and he quietly went home. I’ll call my mother,”says Frank, holding his smartwatch to his ear and giving the command “Call mom.” A few seconds she answers.
“Mom, have you seen Dad tonight, or heard from him?”
“No, my boy. He’s supposed to be with you: why are you asking?”
“Because we can ‘t find him. Nobody saw where he went and he isn’t answering his phone. Something must be wrong, because normally he never turns of his cellphone.”
“That’s true. If he contacts me, I’ll let you know immediately, “says his worried mother. “Best to get the NATO security services on the case right away. In the meantime, I’ll contact my colleagues in the police. Is there anything else I can do? If he shows up, call me, okay?”
“I will,” says Frank, and his smartwatch disconnects from the call. He looks in alarm at Lien and says, “Cancel the table at the restaurant: I’m afraid this is the beginning of a completely different story.
Gijzelingwekkend – Kortverhaal: de prequel van ‘Het Virus’ (Dutch)
Disclaimer 1: Dit kortverhaal is door mezelf geschreven en gepubliceerd in het boek ‘Cybergevaar’ uitgegeven bij Lannoo (2013). ‘Cybergevaar’ werd vertaald en herwerkt in het Duits (Cybergefahr – 2015) en het Engels (Cyberdanger – 2019) en uitgegeven door Springer. In ‘Het Virus’ zitten verschillende verwijzingen naar dit verhaal. Uiteindelijk is ‘Het Virus’ een vervolg op dit kortverhaal. Let wel: dit verhaal was toen een probeersel en stemt niet overeen met de huidige schrijfstijl van ‘Het Virus’.
Disclaimer 2: Hoewel verscheidene personen uit dit kortverhaal echt bestaan, is het verhaal volledig fictief. Dit geldt zowel voor de gebeurtenissen als voor de uitspraken en handelingen van deze personen. De bedoeling is om een mogelijke digitale wereld en bijbehorende cybergevaren anno 2033 te schetsen. De betrokken personen zijn enkel toegevoegd als ‘guilty pleasure’ van ondergetekende, gelieve dit in het achterhoofd te houden wanneer je dit leest. Ter informatie: de Lien Sanders in het verhaal is wel fictief, net als Meredith Weston, Helen Dench, Anthony Dice, en natuurlijk ook Larry Lane.
Disclaimer 3: Niets uit dit verhaal mag worden overgenomen noch gekopieerd zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver en de uitgever Lannoo.
Gijzelingwekkend
1.
Lien Sanders begrijpt er helemaal niets van. Zij is nog maar net de vergaderzaal binnengekomen, en ze krijgt meteen vreselijk veel last van haar smartlenzen. Haar ogen voelen gortdroog aan, zodat de lenzen ondraaglijk schuren tegen het hoornvlies. Er zit niets anders op dan de lenzen even uit te doen en haar ogen een korte rustpauze te gunnen. Frank Willems, bedrijfsleider van communicatiebureau Frank Talking, kijkt zijn collega lachend aan: ‘Zeker een virus op je ogen’, smaalt hij. Lien kan er niet echt om lachen. Ze noemt haar baas vaak ‘Mac Malware’ omdat hij steeds over malware begint als er iets fout gaat. Een gewoonte die hij van zijn vader heeft overgenomen, naar het schijnt, ook al is die virusexpert intussen al met pensioen. Gelukkig weet Frank ook over andere onderwerpen te praten. En goed zelfs, want hij mag intussen al de communicatie verzorgen van meer dan honderd bedrijven. Morgen worden ze zelfs voor het eerst bij de NAVO verwacht. De NAVO, stel je voor! Blijkbaar achten ze de tijd gekomen om eens wat positiever in het nieuws te komen na enkele communicatieblunders van de secretaris-generaal over de slagkracht van de nieuwe grootmachten: de Filippijnen en Zimbabwe. Maar vandaag vindt Lien het niet grappig: ze heeft haar smartlenzen nog maar pas gekocht, en er een heleboel dollars voor neergeteld ook, en zou het niet echt leuk vinden als ze die morgen al weer terug naar haar smartverkoper moest brengen. Heerlijke nieuwe lenzen zijn het ook, die Lenovo Lenses: ze schotelen je de relevante informatie over wat binnen je gezichtsveld valt, de zogeheten enhanced reality, precies zo voor als je dat zou verwachten: op de lege plekken in je blikveld, met het juiste contrast. Daar kan Apple nog een iPuntje aan zuigen! Het zou dus bijzonder ongelegen komen om nu een echte ontsteking aan haar oog op te lopen, en weer een smartbril te moeten gaan dragen, zoals Frank. Lien legt de lenzen op de koffietafel achter zich. Niet op de vergadertafel, die ook als virtuele vergadertafel dienst zal doen. Alle smartphones, tablets en andere apparaten die de deelnemers aan de vergadering zullen gebruiken, worden op de vergadertafel gelegd, daar wil ze haar gloednieuwe lenzen niet bij leggen, want ze heeft er voorlopig enkel privébestanden op opgeslagen, zoals foto’s van dat wilde feestje van gisteravond. Die beelden hoeven Frank en de andere heren echt niet te zien. ‘Het gaat meteen al weer wat beter!’ roept Lien verheugd. ‘Maar goed ook,’ antwoordt Frank, ‘want we zullen er onze aandacht bij moeten houden. We weten weinig van deze klant, en het wordt dus zaak om zijn positionering en zijn verwachtingen over communicatie goed te begrijpen, voor we een degelijk actieplan kunnen opstellen.’ Hij verzwijgt zijn volgende overweging: dat hij vermoedt dat Bio Dynamics, want zo heet het bedrijf, vooral in Frank Talking geïnteresseerd is omdat ze hebben vernomen dat hij de communicatie voor de NAVO gaat verzorgen. Bio Dynamics heeft heel wat in de aanbieding waarmee ze hopen de NAVO ooit van dienst te zijn, en elk contact dat hen dichter bij de bonzen in Brussel kan brengen, is dan natuurlijk meegenomen. Maar omdat hij van Lien veel verwacht voor de toekomst van het bedrijf – ze is een schrandere dame, die dingen goed kan uitleggen, en dat zijn twee troeven waarmee ze het ver kan schoppen binnen de organisatie – wil hij even uittesten of zij ook begrijpt waarom Bio Dynamics in hen geïnteresseerd is. Lien lijkt zich van geen kwaad bewust, spoelt haar ogen voor de zekerheid nog eens, en stopt de lenzen terug. Voor de heren van Bio Dynamics de vergaderzaal binnenkomen, opent ze stiekem nog even het fotoalbum van gisteravond.
***
‘Nou, dat was een overbodig bezoek’, zegt Lien na afloop. ‘Ze moeten toch vooraf geweten hebben hoe complex hun dienstenaanbod is, en dat ze dan beter iemand met ervaring in hun sector kunnen gebruiken. Waarom hebben ze ons eigenlijk hier naartoe laten komen, ze hebben ons zelfs geen kans gegund om onze aanpak volledig uit te leggen. Het lijkt wel alsof ze ons enkel voor de schone schijn hebben laten komen. En dan achteraf vrolijk doen en ons uitnodigen voor hun bedrijfsfeestje. “O, en breng gerust collega’s en klanten mee!” Als ze dachten dat er ook maar een haar op mijn hoofd aan denkt om iemand van de NAVO mee te nemen, dan komen ze bedrogen uit. Ook al komt die oude crooner Justin Timberlake een privéoptreden geven, ik neem gewoon onze marketingassistente mee!’ Frank kijkt tevreden opzij: hij heeft zich toch niet in dit raspaardje vergist.
2.
De volgende dag is het een en al bedrijvigheid bij de NAVO. Frank en Lien weten even niet meer hoe ze het hebben. Het begint al met de uiterst strenge veiligheidscontrole als ze het gebouw binnen willen: niet alleen moeten ze zelf door de detector en wordt hun aktentas grondig onderzocht, ook alle apparaten moeten worden geschakeld en aan een grondige malwaredetectie worden onderworpen. Best vervelend als je maar liefst twintig zaken bij je hebt die met internet zijn verbonden, zoals Frank. Bij Lien blijft het beperkt tot vijftien, waarbij elke lens voor één object telt. Daarna gaat hun aandacht volledig naar de communicatiestrategie die ze met de NAVO-top willen uitwerken. Het is voor iedereen duidelijk: de nadruk moet worden gelegd op de positieve prestaties van de NAVO in de afgelopen jaren. De pers moet worden bestookt met goed nieuws, zodat die communicatieblunders uit het verleden volledig ondergesneeuwd raken. Frank en Lien zien het helemaal zitten. Waarom ook niet, er is zo veel om mee te werken. Zo is het de eerste maal dat er een vrouw als secretaris-generaal is benoemd. Frank gekscheert nog even dat we haar dan ‘secretaresse-generaal’ moeten noemen, maar gelukkig pas wanneer ze weer met zijn tweeën zijn, zodat het hem enkel een woeste blik van Lien oplevert. Maar ook de vele inspanningen die de NAVO de afgelopen jaren heeft geleverd om van de wereld een veiligere plek te maken. Een meer gecontroleerde plek, dat wel, maar veiligheid komt met een prijs, dat weten ze intussen al meer dan twintig jaar. De kleine rustpauze waarin iedereen zijn videomails raadpleegt, biedt Frank en Lien de kans om de vergaderzaal nog eens in volle glorie te bewonderen. De grootste muur, tegenover het kamerbrede venster, is gevuld met videoschermen, die een rechtstreekse blik bieden op de belangrijkste locaties ter wereld. Strategische en militair belangrijke, zoals het Witte Huis en het Kremlin, maar ook toeristische toplocaties, zoals Times Square in New York en de Champs Élysées. Stuk voor stuk een reuzenposter waard, maar tegelijk illustreert het perfect de boodschap die de NAVO wil uitstralen: alles is onder controle. Het is duidelijk dat dit ook de slogan is waarmee Frank Talking aan de slag zal gaan. ‘Alles is onder controle’: geen bomaanslagen meer, geen cybersabotage meer, enkel nog geïsoleerde incidenten in afgelegen regio’s. Niet dat dat zonder slag of stoot is bereikt, herinnert Frank zich nog levendig: vele naties en nog meer organisaties verzetten zich aanvankelijk heftig tegen de poging van de NAVO, de G12 en de Europese Unie om meer greep te krijgen op de cyberruimte, zodat al het verdachte internetverkeer sneller kon worden gedetecteerd en indien nodig meteen tot stilstand kon worden gebracht. Uiteindelijk heeft de NAVO het mandaat gekregen om deze opdracht uit te voeren, en sinds een vijftal jaar heeft zij het internet onder controle. Sindsdien zijn er nauwelijks nog vermeldenswaardige cyberincidenten geweest. Dat mag gerust een keerpunt in de digitale geschiedenis worden genoemd. Natuurlijk moesten hiervoor enkele aanpassingen worden doorgevoerd: Rusland en China moesten ook een zetel in de NAVO krijgen, net zoals de meeste Aziatische en Afrikaanse landen. En natuurlijk heeft dat in het begin geleid tot heroïsche discussies tussen de aartsvijanden van weleer. Maar na enkele jaren, toen alle ideologische obstakels van tafel waren geveegd, kreeg het wereldwijde digitale controleoffensief definitief groen licht. ‘De boodschap is dus duidelijk’, vat Meredith Weston, de communicatiestrateeg van de NAVO, samen: ‘De NAVO heeft alles onder controle. Controle is goed. De wereld is een vreedzame plek, en dat hebben we aan de NAVO te danken.’ Voor een vredesduif kan ze haar boodschap best agressief aan de man brengen, denkt Frank, maar deze overweging houdt hij volledig voor zich. Met Lien en Meredith gaat hij aan de vergadertafel zitten om een aantal campagnes conceptueel uit te werken. Met de vredige beelden op de achtergrond als inspiratiebron gaan ze aan het brainstormen. Het is niet eenvoudig om de totale controle die NAVO heeft over het internetverkeer en zelfs over het fysieke verkeer (de NAVO kan de verkeerslichten en andere dynamische signalering in en rond het hoofdkwartier onder controle nemen wanneer ze dit nodig acht, bijvoorbeeld bij naderend gevaar) als een bijdrage aan een vreedzame wereld te verkopen. Maar als één bureau deze taak aankan, is het Frank Talking wel, zegt Frank vastberaden tegen zichzelf.
3.
’s Avonds in een restaurant zegt Frank dit hardop tegen Lien. En zij is het er volmondig mee eens. Vanmiddag is immers meer dan behoorlijk verlopen, een opsteker na die tegenvallende ontmoeting van gisteren. Ze zijn er nog niet helemaal uit welke media moeten worden ingezet en met welke boodschap. ‘Facebook is voor senioren’, zei Meredith kordaat. ‘Een hologram in je kamer dat je een boodschap over veiligheid komt brengen, lijkt me iets te veel van het goede’, pareerde Lien. ‘We moeten misschien een wedstrijd uitschrijven waarbij de mensen een lied over de NAVO kunnen inzenden’, mijmerde Frank tussendoor, en hij begon al zachtjes ‘N-A-V-O’ te zingen op de tonen van ‘YMCA’ van de Village People. Gelukkig waren geen van beide vrouwen zo ingevoerd in muziekgeschiedenis als hijzelf, zodat hij het kon beperken tot een binnenpretje. Maar aan tafel, bij het overlopen van alle overdag besproken mogelijkheden, komt het idee van een muziekwedstrijd weer naar boven. ‘We kunnen de finalisten elk in hun eigen land laten deelnemen, en de grootste virtuele jamsessie ooit organiseren’, werkt Frank zijn idee uit. Lien is meer in voor crowd writing, waarbij iedereen, waar ook ter wereld, een hoofdstuk of zelfs maar enkele zinnen kan bijdragen tot het grootste verhaal ooit geschreven. ‘Als iedereen met elkaar verbonden is in een veilige wereld, zowel fysiek als online, dan is alles mogelijk. Dat is de onderliggende boodschap die de campagne moet verkondigen’, vat Lien samen. Daar zijn ze het alvast allebei over eens. De ideeën schieten heen en weer over tafel. En als het ideeënvat wat uitgeput raakt, denken ze terug aan de vele indrukken die ze in het NAVO-gebouw hebben opgedaan. ‘Best wel een verbijsterend gebouw, met alle mogelijkheden en technische snufjes’, zegt Lien bewonderend. ‘Dat mag ook wel als je bedenkt dat dit een van de belangrijkste en machtigste instanties op aarde is. Dat hebben de zakenlui en de horeca intussen ook al begrepen’, zegt Frank, terwijl hij het interieur van het tweesterrenrestaurant in zich opneemt. Ze hadden best wat bewuster mogen genieten van alle lekkers dat aan tafel is gepasseerd. En het werd nog netjes genoteerd door een kelner, en niet vanaf de digitale menukaart rechtstreeks doorgestuurd naar de keuken, zoals in de meeste restaurants tegenwoordig. Ook daar hebben Lien en hij te weinig bij stilgestaan, die toegevoegde waarde van een warm contact bij het bestellen. In ieder geval mag vandaag als een geslaagde dag worden beschouwd, stelt Frank voldaan vast. Na een heerlijke tofoecocktail voor Lien en een tien jaar oude Brusselse whisky voor Frank houden ze het voor bekeken en gaan ze naar hun respectievelijke hotelkamer. Het leek Frank een goed idee om in Brussel te overnachten omdat ze de volgende dag weer om zeven uur aan de slag moeten, met een brainstormontbijt. Er is de afgelopen jaren veel veranderd, maar het zijn nog steeds de Amerikanen die met zulke ideeën op de proppen komen, grinnikt Frank. Hij kiest de natuurimpressie waarmee hij wakker wil worden (een alpenlandschap op het venster, en het geluid van een klaterend beekje en enkele koebellen lijkt hem wel wat), en hij valt in een diepe slaap. Maar het zijn geen koebellen of klaterende beekjes die hem uit zijn slaap halen, wel de loeiende bassen van zijn smartwatch. Nog half slapend ziet hij tegelijk hoe laat het is en wie hem belt. ‘Potverdorie, Lien, het is halfvijf ’s ochtends’, kreunt hij voor hij zijn horloge naar zijn oor brengt. ‘Je kunt hier maar beter een heel goede reden voor hebben.’ En opnieuw stelt ze hem niet teleur. Tussen haar snikken door kan hij nog net verstaan: ‘Frank, ik denk dat ik de NAVO in de vernieling heb geholpen.’
4.
‘Wat is er nu eigenlijk gebeurd?’ vraagt Frank bezorgd terwijl de auto hen naar het hoofdkwartier van de NAVO rijdt. ‘Met de beste wil van de wereld kon ik niet verstaan wat je allemaal zei tussen je huilbuien door.’ ‘Oké, even recapituleren’, antwoordt Lien, die intussen haar karakteristieke kalmte lijkt te hebben teruggevonden. Ze ziet er even professioneel uit als gisteren, alleen draagt ze nu een Googlebril (met Armani-design natuurlijk) in plaats van haar lenzen. Het valt Frank op dat de lenzen niet alleen informatie bevatten, maar ook wat informatie achterhielden: Lien blijkt blauwgrijze ogen te hebben in plaats van bruingroene zoals hij ze altijd heeft gezien. Dat hij daar op dit moment nog oog voor heeft, verbaast ook hemzelf. Maar hij verliest geen moment de aandacht voor haar bloedstollende verhaal. ‘Ik was al een tijdje aan het slapen, toen er ineens hard op mijn deur werd geklopt. Eerst dacht ik dat er brand was, en ik schoot dus snel mijn kleren aan voor ik opendeed. Maar de deur was nog maar enkele centimeters open of er stormden al twee bodybuilders in maatpak binnen, gevolgd door twee even strak geklede heren van ergens vooraan in de vijftig, schat ik. Ze duwden me op een stoel en vroegen me meteen naar mijn lenzen. Uiteraard vroeg ik wie ze waren en waarvoor ze in hemelsnaam mijn lenzen wilden hebben. Maar toen ik mijn bril opzette, herkende die meteen de kleinste oudere man: Anthony Dice, hoofd beveiliging van de NAVO. Toen begon ik al de ernst van de situatie te beseffen.’ ‘Nadat ik mijn lenzen netjes overhandigd had, legde meneer Dice de reden van hun “onaangekondigde bezoek” uit. Net na middernacht begonnen de computersystemen van de NAVO heel rare dingen uit te halen. De verkeerslichten rond het gebouw veranderden om de vijf seconden van kleur. Alle staatshoofden van de hele wereld kregen uit de mailbox van onze secretaris-generaal een pikante e-card met “hete groetjes uit Evere” erop. En er waren nog enkele ongewenste verschijnselen, je hoort de details straks nog wel. Meteen hadden ze alle analisten en computerexperts erbij gehaald om te zien wat er precies aan de hand was. Dat het een vorm van malware betrof, was wel duidelijk, maar het bleek bijzonder moeilijk uit te schakelen, en daarom gingen ze meteen intensief op zoek naar de oorzaak van de besmetting. Na enig zoekwerk kwamen ze uit bij, jawel, mijn lenzen…’ ‘Onmogelijk!’ antwoordt Frank spontaan. ‘Ten eerste weet ik dat jij nooit zoiets zou doen. Ten tweede: hebben wij niet de grootst mogelijke beveiligingsmaatregelen moeten ondergaan voor we het NAVO-hoofdkwartier binnen mochten? Zowel fysiek als digitaal ben ik nooit zo grondig onderzocht als gisteren.’ ‘Toch is het zo,’ zucht Lien, ‘en natuurlijk is het voor hen moeilijk te geloven dat ik het virus ongewild heb binnengesmokkeld. Dus werd ik drie uur lang ononderbroken ondervraagd over alles wat ik de afgelopen jaren heb gedaan, en ook wat ik niet heb gedaan. “Waarom bent u naar Iran op vakantie gegaan? Was het wel een vakantie?” Omdat het een wondermooi land is, natuurlijk, en het was de indrukwekkendste vakantie van mijn leven! “Met wie hebt u samengewerkt toen u voor de Russische vliegtuigbouwer Citizen MIG corporate communicatieopdrachten uitvoerde? En wist u wel dat MIG vroeger gevechtsvliegtuigen maakte?” Ja, hallo, waarvoor hadden ze me ingehuurd, dachten ze dan? Toch juist om die radicale koerswijziging aan de buitenwereld duidelijk te maken. En daar was ik behoorlijk in geslaagd, want vannacht was de eerste keer in jaren dat er nog naar MIG’s verleden werd verwezen. Enfin, je merkt wel hoe grondig ze me al hadden gescreend en hoeveel ze van mij weten. Gelukkig hebben ze het Chinese liefje uit mijn studiejaren niet ontdekt, anders had ik nog een half uur extra vragen moeten beantwoorden. Maar die had ik dan ook netjes uit mijn sociale netwerken gehouden, al was het maar omdat de Chinezen toen nog andere sociale netwerken gebruikten. ‘En hebben ze je ook iets over Bio Dynamics gevraagd?’ ‘Ja, natuurlijk,’ antwoordt Lien, ‘alle adressen die ik de afgelopen dagen heb bezocht, en alle nummers die ik recentelijk heb gebeld, kwamen aan bod. Waarom vraag je dat?’ ‘O, gewoon’, zegt Frank zo neutraal mogelijk, maar binnenin knaagt er iets. Een onbestemd gevoel van onbehagen, al begrijpt hij zelf niet waarom.
5.
Wanneer Frank en Lien ditmaal het hoofdkwartier betreden, is de controle zo mogelijk nog grondiger dan de vorige keren. Niet verrassend natuurlijk: Lien is momenteel officieel de hoofdverdachte, en Frank is bij uitbreiding ook verdacht. ‘Iets zegt me dat we vandaag niet veel over onze nieuwe campagne gaan praten’, mompelt hij, zodat enkel Lien naast hem het hoort. Zij antwoordt niet, maar slaat schuldbewust de ogen neer. Frank had het echter niet als verwijt bedoeld, hij blijft ervan overtuigd dat dit iedereen had kunnen overkomen. Hopelijk zal dat vandaag al duidelijk worden. Ze worden al snel naar een apart zaaltje gevoerd. Geen zicht op de mooiste plekken op aarde ditmaal, gewoon drie kale muren en een kamerbrede spiegel die aan de andere zijde ongetwijfeld inkijk biedt voor wie hen ongemerkt wil observeren. Even vrezen Frank en Lien dat ze opnieuw urenlang aan de tand zullen worden gevoeld, misschien wel met een heuse ‘good cop bad cop’-routine. Maar het blijkt mee te vallen. Naast hun contactpersoon Meredith en Anthony Dice is er enkel een bewaker aanwezig in de hoek van de kamer. Een hoopgevend teken, vindt Frank: waarschijnlijk zijn ze er al van overtuigd dat Lien het virus zeker niet moedwillig in de NAVO-systemen heeft geloodst. ‘We gaan het hier zo beschaafd mogelijk houden’, stelt Anthony Dice hen inderdaad meteen gerust. ‘U, mevrouw Sanders, hebt dit virus hier binnengebracht, en u bent dus onze beste kans om te weten te komen wie voor deze chaos verantwoordelijk is. En noem het gerust chaos’, voegt hij er met een gezicht als een donderwolk aan toe, ‘want wij hebben totaal geen controle meer over onze eigen systemen. Voorlopig zonder al te ernstige gevolgen, want de schuldige beperkt zich tot kwajongensstreken. Sinds vannacht zijn daar nog bijgekomen: de airco is al tweemaal opgedreven tot de maximaal toegestane waarde van 28 graden Celsius, en eenmaal teruggedraaid naar het minimum, veertien graden Celsius. Een bestelling voor broodjes werd vertienvoudigd. En op onze live videostream met Het Witte Huis wordt al de hele tijd Die Hard 3 afgespeeld, met alle “Yippie-kaiyays” op het allerhoogste volume.’ Frank, Lien én Meredith kunnen een glimlach nauwelijks onderdrukken: wie die misdadiger ook is, hij of zij heeft een zeker gevoel voor humor. Anthony Dice draait zich even van hen weg (om zijn ergernis te verbergen? Of moet hij ook glimlachen, en vindt hij dit niet bij zijn rol passen?) en vervolgt: ‘Intussen kunnen wij helemaal niets met onze eigen systemen aanvangen: we zien de misdadiger – of misdadigers, want dit kan onmogelijk het werk van één persoon zijn – aanpassingen maken aan ons systeem, en we kunnen niets anders doen dan machteloos toekijken. En eerlijk gezegd ben ik dit meer dan beu. En daarom gaat u, mevrouw Sanders, ons meteen vertellen waar u die besmetting hebt opgelopen.’ Bij die laatste woorden is Dice over Lien heen komen hangen om te tonen dat het hem menens is. Maar Lien is intussen weer helemaal de oude, en veert overeind: ‘Ten eerste is het juffrouw Sanders. Ten tweede had ik u allang gezegd wie het was als ik dat wist. En ten derde hoeft u niet te doen alsof ik mij losbandig heb gedragen. Ik hang niet zomaar overal rond, en laat ook mijn lenzen niet zomaar rondslingeren, zeker geen gloednieuwe lenzen zoals deze…’ Lien heeft nog een hele speech voorbereid, maar bij die laatste woorden stopt ze abrupt, en zegt ze bedachtzaam: ‘Maar ik heb wel eergisteren heel even mijn lenzen uitgedaan, bij Bio Dynamics, toen de lucht daar plots kurkdroog werd. En meteen nadien was er weer een gewone luchtvochtigheid, een beetje zoals met de temperatuur hier. Zou het kunnen dat…?’ Anthony Dice laat haar niet eens uitspreken. ‘Waarschuw meteen de politiediensten’, bijt hij de bewaker in de hoek toe, ‘en laat hen met voldoende manschappen uitrukken naar Bio Dynamics. Welk adres?’ vraagt hij aan Frank en Lien. Frank checkt de gps op zijn smartwatch en roept: ‘Zonnepanelenstraat 2 te Diegem. Hoog gebouw. Twaalfde etage.’ Hij begrijpt niet waarom hij zo luid en kort antwoordt. Waarschijnlijk meegesleept door de gejaagdheid van Dice.
6.
Even later scheren vijf politiebusjes, elk bemand met twee agenten en twee robots, richting Diegem, met argusogen gevolgd door zowat iedereen die in het NAVO-hoofdkwartier aanwezig is om deze catastrofe te bestrijden: NAVO-medewerkers, maar ook vertegenwoordigers van de Belgische Staatsveiligheid, buitenlandse experts die in allerijl zijn opgeroepen enzovoort. Iedereen is intussen in de grote projectiezaal samengedromd om de inval op het grote scherm te kunnen zien. Nagelbijtend, handenwrijvend, wippend op het puntje van hun bioscoopzetel, volgen alle aanwezige NAVO-medewerkers en andere betrokkenen elke beweging: de wilde rit, het razendsnel verspreiden van mannen, vrouwen en robots voor en achter het gebouw, de snelle sprint de trappen op (de lift lijkt hen geen goed idee: de tegenstander is op zijn zachtst gezegd een technologisch onderlegd persoon of team), de keiharde bonken op de (uiteraard gesloten) deur van het kantoor, de herhaalde bevelen om de deur te openen, het weglaseren van slot en scharnieren en het platduwen van de deur, en… de verbijsterde blikken op de gezichten van de agenten wanneer ze merken dat het kantoorgebouw volledig ontruimd is. Ineens maakt de livestream vanuit Diegem plaats voor een videobeeld van elders. Frank herkent meteen de directeur van Bio Dynamics, Larry Lane, met zijn ringbaardje en coltrui. Een look uit de beginjaren van deze eeuw, maar de technologie die hij gebruikt – en zijn grijns – zijn heel erg actueel en gevaarlijk. ‘Fijn om jullie allemaal samen te zien’, groet hij de mensen in de zaal, ‘dat maakt mijn werk eenvoudiger. Ik hoef alles maar één keertje te vertellen en hoef niet te vrezen dat het fout wordt doorverteld.’ ‘Jullie hebben de eer om het slachtoffer te zijn van de grootste ransomware ooit. Jullie systemen zijn gegijzeld door mijn mensen. En om ze terug te krijgen, zullen jullie dus ook het grootste losgeld ooit moeten betalen. Logisch, nietwaar? En wees gerust: ik ben geen religieuze fanatiekeling of nationalist, de enige God die ik aanbid, is er een die me alles kan verschaffen wat ik wil. Keiharde cash dus. Over cash gesproken, hoeveel zal ik nu eens vragen?’ Theatraal wrijft hij over zijn ringbaardje terwijl hij veinst na te denken over de juiste prijs. ‘Hoeveel bezit de rijkste mens ter wereld op dit moment? 750 miljard dollar? Als we dat nu eens afrondden tot… pakweg… duizend miljard? Denk er even over na, ik kom binnen een uurtje terug.’
7.
Iedereen kijkt verdwaasd voor zich uit. Is dit allemaal echt? En hoe is dit in hemelsnaam kunnen gebeuren? De aanwezige stafleden trekken zich terug in een videoconferentie met de belangrijkste staatshoofden en hun veiligheidsexperts om deze uitzonderlijke crisis te bespreken. Twee vragen dringen zich op: hoe is Larry Lane erin geslaagd om dat uitzonderlijk zwaar beschermde systeem van de NAVO te omzeilen? En de tweede – nog veel belangrijkere – vraag: wat nu? Moeten ze ingaan op de eisen van deze terrorist? Of moeten ze wanhopig op zoek naar een oplossing? En moeten ze daarom eerst niet weten wat het probleem is? Het team dat verantwoordelijk is voor de analyse van de besmetting heeft Lien en Frank weer meegevoerd naar een aparte zaal. Daar moeten ze voor de zoveelste keer alles herhalen wat ze al verteld hebben: waarom ze naar Bio Dynamics zijn gegaan, wie hen daar heeft ontvangen, wat ze hebben besproken, of Lien iets voelde toen ze de lenzen weer in deed. Een beetje een vreemde vraag, vindt Frank: je voelt een digitaal virus toch niet zoals je een verkoudheid zou voelen. Maar zoals zijn vader altijd zegt: je zou ervan schrikken hoeveel misverstanden er nog bestaan over malware. Plots krijgt Frank een verschrikkelijke behoefte om zijn vader te bellen, om de hele toestand te bespreken. Intussen is het analyseteam nog geen stap verder, en het uur sinds Lanes verschijning is bijna voorbij. Daarom besluiten de stafchefs om de crimineel om uitstel te vragen, officieel omdat hier meer dan één instantie bij betrokken is, maar eigenlijk in de hoop dat ze intussen een oplossing voor het probleem vinden. Terug in de projectiekamer verschijnt Lane inderdaad stipt na één uur weer op het scherm. ‘En, hebben jullie al een keuze gemaakt? Gaan jullie mij de rijkste, en dus gelukkigste man op aarde maken? Of gaan jullie de rest van de wereld in het ongeluk storten?’ Helen Dench, de secretaris-generaal van de NAVO, die intussen naar het hoofdkwartier is gevlogen en met de helicauto (een recent in gebruik genomen ‘amfibietoestel’ dat zowel kan rijden als vliegen zoals een helikopter) op het dak van het hoofdkwartier is geland, neemt het woord en vraagt Lane om 24 uur uitstel om een algemene consensus te krijgen, en om het geld bijeen te zoeken. Lane had zoiets blijkbaar al verwacht, want een levensgrote grijns verschijnt op zijn gezicht. ‘Baarlijke nonsens, dat weten jullie zelf ook wel. Jullie gaan gewoon 24 uur lang koortsachtig op zoek naar manieren om de besmetting te verwijderen. Het is bijna een belediging voor mijn intellect. Maar ik ben zo ver boven jullie verheven dat ik me niet eens boos ga maken. Ik zal jullie zelfs een geheimpje verklappen: er is intussen niet één besmetting, maar er zijn er duizenden. En voor elk stukje malware dat jullie zouden weten te verwijderen, staan er al tien klaar om jullie vanaf een ander systeem weer te besmetten. O ja, dat was ik vergeten: jullie kunnen niet aan je eigen systemen’, schatert Lane. Dan gaat hij ernstig verder: ‘Goed, jullie krijgen uitstel. Maar om te bewijzen dat jullie niet met mij kunnen dollen, toch nog één waarschuwing.’ Het scherm wordt een split screen, met Lanes angstaanjagende gezicht rechts, en links zicht op de weg die de NAVO met het centrum van Brussel en met de luchthaven verbindt. Vroeger was dit de nationale luchthaven, maar sinds de prijzenoorlog van 2025 was deze rol weggelegd voor Oostende en Charleroi, en werd de Zaventemse luchthaven gereserveerd voor militair transport en privévluchten van presidenten en andere vooraanstaanden, waaronder dus ook de NAVO-top. Op die weg is het verkeer vrij rustig. ‘Zoals jullie al hebben gemerkt, is nu ook de signalering in en rond de NAVO-wijk volledig in mijn handen. Waarschijnlijk hebben jullie al enkele keren opgelucht teruggedacht aan de dag dat werd beslist om de NAVO geen controle te laten uitoefenen op de wagens.’ Enkele stafchefs kijken elkaar veelbetekenend aan: de gedachte was al enkele keren luidop uitgesproken. Maar dan gebeurt er iets vreemds: een van de zelfrijdende wagens schiet ineens met een enorme vaart vooruit en rijdt in op zijn voorganger. Iedereen in de zaal kijkt verschrikt naar het beeld en naar elkaar: dit is het eerste ongeluk met een zelfrijdende wagen in vijf jaar tijd! ‘Wat jullie blijkbaar uit het oog verloren zijn, is dat de zelfrijdende wagens continu in verbinding staan met de slimme verkeerslichten. Niet om controle uit te oefenen op de auto’s, maar om elkaar op de hoogte te houden. De wagen vertelt waar hij rijdt, en het verkeerslicht geeft zijn huidige stand aan. De enige reden waarom die verkeerslichten geen controle uitoefenen op de wagens, zijn de morele bezwaren die de meeste landen hebben getoond. Laat dat nu net iets zijn waar ik hoegenaamd geen last van heb.’ En om dit te bewijzen, maakt een andere autonome wagen zich los uit de wachtrij voor het verkeerslicht, begint te spookrijden en eindigt met een vierdubbele spin op het midden van de weg. ‘O ja, jullie weten toch dat ik nu ook controle heb over de toren en verkeersleiding in Zaventem?’ vraagt Lane langs zijn neus weg, ‘want dat is het mooie van de wereld van vandaag. Alles, ook de mensen, dieren en voorwerpen, is met elkaar verbonden. Alle wegen leiden naar Rome, en dus ook naar elkaar. En de weg van het geld, die leidt regelrecht naar mij!’ Met een (ongetwijfeld uit een of andere misdaadfilm geknipte) demonische lach schakelt Lane het beeld uit, en de paniek en vertwijfeling is op ieders gezicht te lezen. Gelukkig is Helen Dench ditmaal wel aanwezig, en zij kan iedereen tot rust brengen. ‘De situatie is inderdaad ernstig, maar ons IT- en beveiligingsteam stellen alles in het werk om de systemen weer in handen te krijgen.’ Juist op dat moment rinkelt Franks horloge, en hij haast zich de zaal uit.
8.
‘Dag jongen, wat hoor ik hier allemaal?’ Frank is dolblij. Het is jaren geleden dat hij zo blij was om zijn vader te horen. ‘Pa, heb je al gehoord wat hier allemaal gaande is?’ ‘Natuurlijk. Weet je niet waar ik me nu bevind? In Barcelona, op de Virus Bulletin-conferentie. En natuurlijk zijn jullie nu het enige gespreksonderwerp.’ ‘Dat had ik liever anders gehad’, zucht Frank. ‘Maar vertel eens, zoon, wat is er precies aan de hand? Want hier op de conferentie heb ik al minstens drie totaal uiteenlopende versies gehoord.’ Frank doet het hele verhaal uit de doeken, waarna zijn vader enthousiast uitroept: ‘Aha, ransomware!’ ‘Pa, ik wil niet zeuren, maar kun je iets minder enthousiast doen over deze crisis? Dit kan tot een wereldwijde catastrofe leiden, als je het nog niet had begrepen.’ ‘Natuurlijk besef ik de impact, zoon, wie heeft jou in het verleden al te vaak gewezen op het gevaar van de cloud en van een wereld waarin alles verbonden lijkt? Maar ik kan moeilijk een glimlach onderdrukken nu er aan het einde van mijn carrière – officieel zelfs na het einde, maar dat is voor een ander gesprek – nog eens een geval van ransomware verschijnt. Daarmee is mijn carrière ook begonnen, weet je nog?’ Frank weet het inderdaad nog: elk verhaal dat je al meer dan twintigmaal hebt gehoord, blijft in je geheugen hangen, dus ook dat van de Aidsdiskette. ‘Maar ter zake nu, jongen: kunnen wij jullie ergens mee van dienst zijn? Je beseft toch dat je aan de lijn hangt met iemand die zowat de hele antiviruswereld binnen een straal van honderd meter bij zich heeft?’ Dat besef gaat als een schokgolf door Frank heen: hij zit in het midden van de grootste cybermisdaad ooit en zijn vader is omringd door misschien wel de beste cybermisdaadbestrijders ter wereld. Te mooi om waar te zijn! ‘Wacht even, pa, ik bel je binnen enkele minuten terug.’ ‘Oké, Frank, maar wacht niet te lang: over een uur ga ik met enkele vrienden naar taverne El Bulli. Daar kijk ik al weken naar uit!’ Frank loopt naar Anthony Dice toe, overlegt even met hem en enkele stafchefs en belt zijn vader terug: ‘Pa, je gaat niet naar El Bulli! Zoek de knapste koppen op jouw conferentie bij elkaar en ga naar de luchthaven. Daar komt een privéjet van de NAVO jullie oppikken.’
9.
‘Zal je vader niet teleurgesteld zijn dat hij zijn reservering bij El Bulli niet kan nakomen?’ vraagt Lien bezorgd. ‘Hij had die al zo lang geleden vastgelegd.’ ‘Ben je gek,’ lacht Frank, ‘hij zou toch nooit de kans willen missen om de grootste cybermisdaad ooit van nabij te kunnen volgen. Dat smaakt hem tienmaal beter dan de tapas van El Bulli. Het eten in de privéjet is trouwens ook niet te versmaden, naar het schijnt. Maar ze zullen zich moeten haasten met die maaltijd, want over een half uurtje zijn ze al op Zaventem.’ Een uur later verschijnt Eddy Willems inderdaad al bij de NAVO, samen met enkele medeconferentiegangers, waaronder Mikko Hyppönen, de veelgevraagde beveiligingsexpert en keynotespreker op alle mogelijke conferenties. Daarnaast heeft hij ook Righard Zwienenberg en Richard Ford meegetroond, zijn goede vrienden en beveiligingsexperts sinds vele decennia. Anthony Dice weet niet of hij opgelucht moet zijn of bezorgd. Deze heren hebben duidelijk meer dan genoeg ervaring, maar zijn ze nog wel op de hoogte van de nieuwste malwaretechnieken en -trends? Dat ze allemaal nog op de Virus Bulletin Conference aanwezig waren, stelt hem wel gerust, maar in zijn functie kan hij niet anders dan van nature wantrouwend zijn, en dat is dus ook nu het geval.
10.
Lien had het al zien aankomen: voor de vijfde maal moet ze haar verhaal van a tot z uit de doeken doen. Het heeft zijn voordelen: ze vergeet ditmaal geen enkel detail, terwijl ze zich bij vorige verhoren soms pas achteraf bepaalde relevante informatie weer voor de geest haalde, zodat ze soms achter de ondervragers aan moest hollen om dat laatste detail nog mee te geven. Eddy en zijn collega’s zijn vooral onder de indruk van de doelgerichte aanpak van Larry Lane, enerzijds bij het benaderen van Frank Talking en het voorbereiden van de besmetting, anderzijds bij het binnendringen van het systeem via een vernuftige combinatie van achterpoorten, exploits en andere zwaktes van het systeem. ‘Van een APT gesproken, dit is er pas eentje’, zegt Righard Zwienenberg. ‘Al is het meer A dan P, wat mij betreft’, reageert Eddy Willems. Frank en Lien kijken hen aan alsof ze het in Keulen horen donderen. Anthony Dice legt het hen uit, half om te tonen dat hij die oude terminologie ook nog kent: ‘APT is een advanced persistent threat, een geavanceerde en aanhoudende bedreiging. Je vader bedoelt dat deze aanval meer het gevolg is van de geavanceerde technologie dan dat ze lang moeite hebben hoeven doen om binnen te komen. Eén doelgericht maar goed voorbereid offensief heeft volstaan. Zo is het toch, mijnheer Willems?’ ‘Volledig juist,’ antwoordt Eddy tevreden, ‘blij te zien dat er ook bij de NAVO mensen zijn die hun klassiekers nog kennen. Tegenwoordig spreekt men meestal van targetware, voor alle soorten doelgerichte aanvallen, maar soms mis je dan wel enkele subtiliteiten.’ ‘Wat ik nog steeds niet begrijp,’ komt Anthony Dice weer ter zake, ‘is hoe deze malware voorbij onze uitgebreide malwaredetectie is geraakt toen meneer Willems en mevrouw Sanders het hoofdkwartier binnenkwamen.’ ‘Mijn vermoeden is dat de eigenlijke malware toen nog moest worden geactiveerd,’ antwoordt Mikko Hyppönen, ‘en dat ofwel een timer ofwel de scan aan de ingang zelf ervoor gezorgd heeft dat de malware in werking is getreden. Aangezien er enkele uren tussen hun vertrek naar het restaurant en de ontdekking van de malware zijn verlopen, gok ik op het tweede.’ ‘Het zou me niet verbazen, want het is een verbluffend staaltje van geavanceerde malware,’ beaamt Eddy, ‘maar de belangrijkste vraag is: hoe gaan we het uitschakelen?’ De vier Virus Bulletin-conferentiegangers buigen zich samen met de beveiligingsexperts van de NAVO over het probleem in een volledig van het systeem losgekoppelde zaal, zodat er niet één ongewenst oor kan meeluisteren. Wat een geluk dat ik hier destijds op heb aangedrongen, denkt Anthony Dice. Ze bespreken de gevaren (een vrij lange bespreking, want de lijst van mogelijke vormen van misbruik is zo goed als eindeloos, als ze zien waar de NAVO allemaal toegang toe heeft), wat de NAVO-beveiligingsexperts tot nu toe hebben geprobeerd om de ransomware te omzeilen (ook al een indrukwekkende lijst, zij het van vergeefse pogingen) en wat ze nog meer kunnen doen. ‘Hebben jullie al antivirussnuffelaars geprobeerd?’ oppert Mikko Hyppönen. Die kleine programmaatjes die je als het ware in het netwerk kunt injecteren om malware op te sporen. Tegenwoordig zijn die niet alleen goed in het opsporen, maar ook in het analyseren van malware en soms komen ze zelf al op de proppen met een afdoende remedie. Maar in dit geval mogen we al blij zijn als we een degelijke analyse van de malware kunnen maken. Daarmee kunnen we dan zelf verder aan de slag.’ ‘Maar we kunnen toch niet op ons eigen netwerk, hoe kunnen we die snuffelaars dan bij de malware krijgen?’ vraagt Dice. ‘We kunnen zien of we geen sporen van de malware op een ander netwerk vinden, en het daarop loslaten.’ ‘Goed idee’, antwoordt iedereen in koor, en ze sturen een beveiligingsexpert naar buiten om de snuffelaar zijn werk te laten doen. Een uur later krijgt Anthony Dice telefoon. Hij neemt op, luistert en zucht: ‘Onze expert heeft alles geprobeerd, maar komt op geen enkele manier in de buurt van de malware. Wel bij enkele satellietmalwarepakketjes die als het ware de wacht houden, maar zelfs die zijn te goed afgeschermd om te kunnen analyseren. Wat doen we nu?’ ‘We kunnen proberen in het netwerk binnen te dringen via een zelfrijdende wagen’, suggereert Richard Ford. ‘Aangezien de verkeerslichten commando’s naar de wagens konden sturen, lukt dat misschien ook omgekeerd.’ ‘Oké, ik stuur er een mannetje op af. We kunnen zeker het best een Chinese wagen nemen? Die zijn algemeen gesproken het meest geavanceerd met die technologische snufjes. En sinds China en de NAVO zulke goede maatjes zijn, zullen ze hier zeker geen bezwaar tegen hebben’, probeert Dice nog te grappen. Maar een kwartier later krijgt hij opnieuw telefoon, en zijn gezicht betrekt nog meer dan bij het vorige telefoontje: ‘Verdomd: het verkeerssignaleringssysteem kwam hij wel binnen, maar toen hij van daaruit probeerde verder binnen te dringen, werd de snuffelaar als het ware terug de wagen in geschoten, en voor hij kon reageren, zat de wagen vijftig meter verder tegen de betonnen omheining.’ ‘Nu er iemand in is geslaagd om binnen te dringen en zich het systeem toe te eigenen, keren onze wapens zich tegen ons,’ zucht Anthony Dice, ‘en voor we even geavanceerde malware hebben ontwikkeld die zelf het systeem binnen kan dringen, zijn we al minstens dagen verder. En zo veel tijd hebben we niet.’ ‘Wij willen trouwens geen malware ontwikkelen,’ klinkt het in koor bij de vier Virus Bulletin-musketiers, ‘dat is immoreel!’ ‘Maar wat dan wel?’ vraagt Dice vertwijfeld. Iedereen staart peinzend naar de muur waar alle mogelijkheden, bezwaren, bedreigingen en alle ontdekte technische specificaties van de malware staan genoteerd. Eddy wrijft over zijn kin en vraagt, quasiterloops: ‘Hebben jullie al eens geprobeerd de systemen uit- en weer in te schakelen? Dat is een van de grootste problemen van tegenwoordig: alle systemen, van groot tot klein, van mainframe tot smartlens, blijven 24 uur per dag, 365 dagen per jaar, geactiveerd. Omdat dat moet, omdat iedereen dat van ons verwacht. Maar de cybercriminelen verwachten dat natuurlijk ook. En misschien hebben ze daarmee geen rekening gehouden.’ ‘Eh, nee,’ antwoordt Anthony Dice aarzelend, en dan verontwaardigd, ‘maar voor het geval je het misschien vergeten was: meneer Lane heeft wel de controle over onze systemen en niet wij. En ook een remote shutdown hoort niet tot de mogelijkheden, dus de systemen op afstand stilleggen mogen we ook vergeten.’ ‘Oké, maar hebben jullie al een hardwarematige shutdown geprobeerd? Gewoon overal de stekker uittrekken, en pas als alles is uitgeschakeld, de systemen een voor een weer inschakelen, en er weer controle over proberen te krijgen?’ ‘Kunnen we dat dan?’ vraagt een van de beveiligingsexperts. ‘Kunnen we nog bij alle servers die interne en externe systemen controleren? Zijn de deuren naar de serverruimtes niet afgesloten door onze eigen systemen?’ ‘Ja, dat kan wel,’ roept Anthony Dice dolenthousiast, ‘toen de deuren naar de serverruimtes werden afgesloten, was nog een deel van ons IT-team aan het proberen via de beheerconsoles binnen de serverruimte de apparaten weer te bereiken. Die zitten daar nu nog steeds opgesloten!’ ‘Een geluk bij een ongeluk voor die jongens’, lacht Richard Ford. ‘Zij kunnen meteen de helden van de dag worden als alles meezit.’
11.
Met een whiteboard en een ouderwetse schrijfstift brengen ze de IT’ers in de serverruimte op de hoogte van hun plan. Die kijken eerst wat verschrikt: in al die jaren van hun carrière hebben ze nog nooit een apparaat handmatig uit hoeven te zetten, sterker nog: op het uitschakelen van een server (tenzij die uit de roulatie moet worden genomen) staat een forse straf: trakteren in het duurste restaurant van Brussel. Een vijfsterrenrestaurant, nota bene! Maar dan begrijpen ze toch dat dit misschien hun laatste kans is, en ze spreken een procedure af om alle apparaten zo snel mogelijk na elkaar uit te schakelen, zodat de hele operatie achter de rug is nog voor Lane en zijn team er erg in hebben. Met gekruiste vingers volgen het hele NAVO-team en de vier Virus Bulletin-veteranen de spurt die de opgesloten kerels – gelukkig allemaal fitte en gezonde twintigers – langs alle servers maken, om elk apparaat handmatig uit te schakelen. De zenuwen staan bij iedereen stijf gespannen, en Frank merkt pas aan het einde van de spurt dat Lien de hele tijd keihard in zijn hand kneep. In twintig seconden is de hele klus geklaard. ‘Daarmee komen ze zeker in het Guinness Book of Records van 2034,’ lacht Lien opgetogen, ‘al was het maar omdat de discipline uitschakelspurten nog niet bestond.’ Een eerste resultaat is alvast merkbaar: de deuren van de ser-verruimte gaan weer open, en de groep opgesloten IT’ers stormt juichend naar buiten, waar iedereen hen om de hals valt. Maar nu volgt nog een delicate klus: het eerste systeem weer opstarten en zich weer toe-eigenen voor de malware op de een of andere manier weer geactiveerd wordt. Een doodse stilte heerst als de beveiligings- en IT-experts de systeembeheerder gadeslaan die de opstartprocedure meteen naar het externe opstartmedium moet leiden voor de malware weer toeslaat. Na enkele minuten steekt hij zijn duim op, waarna er een oorverdovend applaus losbarst. Vanaf nu kunnen ze zich de systemen een voor een toe-eigenen. De ransomware is omzeild!
12.
In alle rumoer, gejuich en omhelzingen gaat de beltoon op Franks smartwatch enige tijd verloren. Vijf gemiste oproepen van hetzelfde nummer, merkt Frank, en net op dat moment roept ditzelfde nummer hem opnieuw op. Natuurlijk, beseft Frank, mijn nummer is het enige rechtstreekse nummer dat Larry Lane ter beschikking heeft. En bij de receptie zou hij nu ook niet meteen gehoor vinden. ‘Geef me de secretaris-generaal’, klinkt de hoorbaar geërgerde stem van Larry Lane door zijn oortje, dat met de smartwatch verbonden is. ‘Als ik me niet vergis, ben jij niet meer in een positie om eisen te stellen, en zou je er dus wel “alsjeblieft” bij mogen zeggen’, gniffelt Frank. ‘Maar goed, ik zal haar met plezier de kans geven om je keihard uit te lachen.’ Helen Dench zet het gesprek op de luidspreker, zodat zo veel mogelijk mensen het kunnen volgen. ‘Mijnheer Lane, is het goed dat we u in plaats van de afgesproken miljarden gewoon kost en inwoning aanbieden voor de volgende 25 jaar?’ ‘Zo snel zijn jullie nog niet van me af,’ waarschuwt Lane, ‘ik vind wel een andere manier om jullie systeem binnen te dringen, en dan komen jullie er zo goedkoop niet vanaf.’ Die laatste woorden zijn nog niet koud of iedereen kan via de luidspreker een oorverdovend lawaai aan de andere kant van de lijn opvangen. Het is het salvo en de neervallende deur, gevolgd door de overmeestering van Lane en zijn mannetjes door de veiligheidsdienst. Die heeft hun nieuwe locatie met de nieuwste generatie sporenrobots in een mum van tijd ontdekt, en zonder enig bloedvergieten kunnen de boeven worden ingerekend. ‘In de cyberruimte was Larry Lane een genie, maar in de echte wereld hoort die kerel toch niet thuis’, meesmuilt Anthony Dice.
13.
Nadat het gejuich wat verstomd is, is het back to business voor iedereen. Eddy en zijn vrienden bespreken met de NAVO-experts wat er moet worden gedaan om dergelijke besmettingen in de toekomst te voorkomen. ‘En vergeet de uitknop niet!’ herhaalt Eddy zo’n tiental keren, met een glimlach. Intussen zitten Frank en Lien weer samen met communicatiestrateeg Meredith Weston te bespreken hoe deze reputatieschade kan worden beperkt, of misschien zelfs ten goede kan worden gekeerd. Want ook goede communicatie-experts kunnen zowat alles wat gebroken is niet alleen herstellen maar ook beter maken dan ooit tevoren. In dit geval is het een heuse uitdaging, beseft secretaris-generaal Helen Dench, en daarom woont ook zij deze bijeenkomst bij. ‘Dit gaat over meer dan communicatie, dit gaat over de strategische koers die de NAVO de komende jaren moet varen’, verklaart ze haar aanwezigheid. Aan het einde van de dag wordt nog een grootse cocktailparty gehouden voor alle aanwezigen in het NAVO-hoofdkwartier, waarbij iedereen die heeft bijgedragen tot de goede afloop, dus ook Eddy en zijn vrienden, uitgebreid in de bloemetjes worden gezet. Het is een uitbundig einde van een gedenkwaardige dag, en Frank heeft absoluut geen zin om er nu al een einde aan te maken. Daarom zoekt hij met Lien de vier vrienden op. ‘We gingen net op zoek naar een restaurant en natuurlijk willen we jullie vragen om met ons mee te gaan. Het mag wat kosten: jullie hebben waarschijnlijk niet alleen de wereld gered, maar ook nog eens mijn megacontract met de NAVO.’ ‘Graag,’ antwoordt Eddy, ‘maar eerst wil ik nu toch mijn nieuwsgierigheid bevredigen. Beneden in de kelder staan de back-ups van de servers, en daar zou ik in principe alle systeeminformatie en logboeken moeten kunnen bekijken. Dan kan ik onderzoeken hoe die malware precies in zijn werk is gegaan, want als virusbestrijders moeten we dit in de toekomst kunnen voorkomen in plaats van achter de feiten aan te hollen.’ ‘Die pa toch,’ lacht Frank, ‘hij is met pensioen maar terwijl alle anderen alleen maar willen feesten, wil hij eerst nog een virusje onderzoeken. Oké dan, maar haast je, wij zullen intussen al reserveren.’ ‘Wij gaan mee’, zeggen Richard en Righard meteen. Ze hadden ook al willen gaan kijken, maar hadden net iets meer schroom dan Eddy om hiervoor de NAVO-topmensen te moeten lastigvallen. Maar waarom ook niet: zij hadden toch geholpen om de NAVO te redden!
14.
‘Hier zijn we weer!’ Richard en Righard komen een half uur later vrolijk terug. ‘We hebben alles al aan een eerste inspectie onderworpen, en we zullen er nog een tijdje zoet mee zijn. Maar de NAVO-experts hebben ons beloofd om ons alle relevante informatie mee te geven voor mijn keynotespeech op de Virus Bulletin Conference in Barcelona morgenavond. Man, dat wordt de drukst bijgewoonde keynote ooit’, zegt Richard handenwrijvend. ‘En mijn vader? Is die al snel een en ander aan het kopiëren?’ ‘Hoezo, die liep net achter ons toen we de kelder verlieten!’ Nu pas merken Richard en Righard dat Eddy hen niet tot in de receptiezaal is gevolgd. ‘Wacht even,’ lacht Righard, ‘ik ga meteen terug naar de kelder, want anders zit hij daar morgen nog.’ Ditmaal is hij echter sneller terug: ‘Geen spoor van Eddy, en de bewakers hebben hem ook niet meer gezien. Volgens de bewaker van de sluis, die de kelder met de kantoren verbindt, was Eddy zelfs niet bij ons toen we de sluis passeerden.’ ‘Vreemd,’ mompelt Anthony Dice, ‘en vervelend: ik haat het als er iemand verdwijnt.’ ‘Zeg maar “uit het oog verloren”, dat is iets correcter’, lacht Meredith Weston. ‘Ik vraag wel even rond in de feestzaal of iemand hem de afgelopen tien minuten heeft gezien.’ ‘Goed idee, wij ook’, zeggen Frank en Lien. Maar enkele minuten later komen ze tot de conclusie dat Eddy sinds zijn bezoek aan de kelder door niemand meer is gezien. Anthony Dice laat de bewakingsbeelden onderzoeken, maar ook daarop is hij sinds de terugkeer van Richard en Righard niet meer te bespeuren. En zijn smartphone schakelt meteen op voicemail, dus telefonisch is hij ook niet bereikbaar. ‘Ik haat het als er iemand verdwijnt’, herhaalt Dice, en ditmaal durft Meredith hem niet tegen te spreken. ‘Misschien had hij genoeg van het hele gedoe en is hij stiekem naar huis vertrokken. Ik bel mijn moeder even’, zegt Frank, en hij heeft zijn oortje al ingeschakeld. ‘Bel thuis’, beveelt hij zijn smartwatch, en enkele seconden later hangt Nadine, Eddy’s echtgenote, aan de lijn. ‘Ma, heb jij pa gezien of iets van hem gehoord vanavond?’ ‘Nee, jongen, die was toch bij jou? Hoe kan hij dan plots bij mij zijn?’ ‘Tja, we gaan alle mogelijkheden af. Hij is hier spoorloos verdwenen, en neemt ook zijn telefoon niet meer op. Dat is ook al abnormaal: als hij kan antwoorden, doet hij dat altijd.’ ‘In elk geval, als ik van hem hoor, laat ik hem meteen naar jou bellen’, antwoordt Nadine. ‘Laat jij die NAVO-veiligheidsdiensten maar in actie komen. Ik ga intussen naar mijn collega’s op het politiekantoor. Hier kan ik toch niets doen. Als hij thuiskomt, zal hij ons wel bellen, toch?’ ‘Oké’, zegt Frank en hij schakelt zijn oortje uit. Hij kijkt somber in Liens richting en zegt: ‘Annuleer dat restaurant maar, ik vrees dat we aan een nieuw verhaal begonnen zijn.’
De 3 amigos at a party in the US (2018).
From left to right: Righard Zwienenberg, Luis Corrons and Eddy Willems (me).
The 3 amigos as they are called by the Security Industry, do exist!
They give lectures and presentations on various security topics worldwide. The 3 amigos appear in ‘Cyberdanger’ (in the short story ‘Awakenings’) and ‘The Virus’.
You can book them for a full evening show by contacting me via this website.